New age: intuïtie en de stille kant van fotografie
New age is een term die vaak weerstand oproept. Het roept beelden op van kristallen, affirmaties en vaag taalgebruik over energie. Toch is het interessant dat juist binnen de fotografie, en met name onder autonome en documentaire makers, ideeën circuleren die opvallend dicht tegen dat gedachtegoed aan schuren. Niet als geloof, maar als werkwijze. Als houding ten opzichte van kijken, tijd en aanwezigheid.
In veel interviews met fotografen komt intuïtie terug als essentieel onderdeel van het proces. Beslissingen worden genomen zonder ze volledig te kunnen rationaliseren. Het moment voelt goed. De plek klopt. Het beeld dient zich aan. In technische disciplines wordt intuïtie vaak gezien als iets vaags, maar in fotografie functioneert het juist als een vorm van geconcentreerde ervaring.
Intuïtie is geen mystiek talent, maar opgebouwde gevoeligheid. Het is het resultaat van kijken, falen, herhalen en herkennen. Toch wordt het vaak omschreven in termen die doen denken aan new age: luisteren naar gevoel, vertrouwen op timing, aanwezig zijn in het moment.
Energie als metafoor
Wanneer fotografen spreken over ‘energie’ in een beeld, bedoelen ze zelden iets bovennatuurlijks. Het gaat om spanning, rust, richting of intensiteit. Energie is een metafoor voor wat moeilijk meetbaar is, maar wel voelbaar. Licht, ruimte, lichaamstaal en context komen samen in een beeld en roepen iets op dat verder gaat dan de zichtbare elementen.
In die zin lijkt het new age-begrip ‘energie’ vooral een andere taal voor wat fotografie altijd al probeerde te vangen: sfeer. De onzichtbare laag die een beeld betekenis geeft.
Loslaten als bewuste strategie
Een terugkerend thema in zowel new age-denken als fotografische praktijk is loslaten. Niet forceren, niet controleren, niet alles willen sturen. In fotografie wordt dit zichtbaar bij makers die langdurig op één plek werken, die wachten in plaats van jagen, en die accepteren dat veel beelden níét gemaakt worden.
Loslaten betekent hier niet passiviteit, maar aandacht zonder agenda. Het vraagt vertrouwen dat het beeld zich aandient, of niet. Voor veel fotografen is dit een proces dat pas na jaren ontstaat, vaak nadat technische beheersing geen uitdaging meer vormt.
Rituelen en routines
Opvallend veel fotografen werken met vaste routines. Ze lopen eerst zonder camera. Ze fotograferen altijd op dezelfde tijden. Ze gebruiken jarenlang hetzelfde brandpunt. Deze gewoontes worden zelden ‘rituelen’ genoemd, maar functioneren wel zo. Ze creëren focus, rust en een mentale overgang naar een andere staat van kijken.
New age benoemt dit expliciet, fotografie vaak impliciet. In beide gevallen gaat het om het creëren van voorwaarden waarin aandacht kan ontstaan.
Tijd en vertraging
New age benadrukt het belang van vertraging en aanwezigheid. Ook in fotografie zien we een tegenbeweging ten opzichte van snelheid en productie. Langlopende projecten, beperkte output en het bewust niet publiceren van werk zijn steeds vaker onderdeel van een serieuze praktijk.
Deze benadering staat haaks op de dominante beeldcultuur van constante zichtbaarheid. Voor veel fotografen is het vertragen geen luxe, maar een noodzakelijke voorwaarde om betekenisvol te kunnen werken.
Kritiek en risico’s
Tegelijkertijd schuilt er een risico in het romantiseren van gevoel en intuïtie. Zonder reflectie kan ‘werken op gevoel’ ook een excuus worden om keuzes niet te bevragen. New age-taal kan vaagheid maskeren waar juist precisie nodig is. In een professionele context vraagt intuïtie altijd om terugkoppeling: waarom werkt dit beeld wel, en dat andere niet?
De kracht zit niet in het afwijzen van analyse, maar in de balans tussen voelen en begrijpen.
Een andere taal voor hetzelfde proces
Misschien is new age in fotografie uiteindelijk vooral een alternatieve taal. Een vocabulaire om aspecten van het maakproces te benoemen die moeilijk in technische of rationele termen te vatten zijn. Aandacht, aanwezigheid, timing en vertrouwen zijn geen nieuwe concepten, maar krijgen via deze taal een andere lading.
Voor fotografen die hun werk serieus nemen, kan het waardevol zijn om voorbij het label te kijken. Niet om new age te omarmen, maar om te erkennen dat fotografie meer is dan instellingen en apparatuur. Het is ook een mentale en emotionele praktijk, waarin niet alles meetbaar hoeft te zijn om betekenis te hebben. In die zin is de vraag niet of new age thuishoort in fotografie, maar of fotografie zonder gevoel überhaupt kan bestaan.