Het fotografie-alfabet: alles met de E
Na bijna 200 jaar fotografie komen we nu om in de fotografietermen. Maar wat moet je nou echt weten? In deze rubriek gaan we langs de belangrijkste termen die je moet weten als professioneel fotograaf. Van Aberratie tot Zoomen: dit is het Fotografie-Alfabet.
We zijn alweer vijf weken verwijderd van het eerst item in deze reeks, en daarmee ook aangekomen bij de vijfde letter: de E. Deze week kijken we een hoop naar Exposure, een belangrijk deel van de fotografie. Deze woorden helpen je volgens ons verder als fotograaf, of moet je simpelweg gewoon kennen. Mis je iets? Kijk dan op Digifotostarter voor extra termen!
1. Electronic shutter: stil en snel
Naast de mechanische sluiter beschikken veel camera’s over een elektronische sluiter. Voordelen: geruisloos, snellere sluitertijden en geen slijtage. Nadeel: kans op de zogenaamde 'rolling shutter' bij snel bewegende onderwerpen. Voor stille situaties zoals bruiloften of wildlife is dit vaak de perfecte keuze.
2. Environmental portrait
Een environmental portrait plaatst het onderwerp in zijn context. Denk aan een kok in de keuken of een muzikant in de studio. Voor professionals is dit een stijlmiddel om meer te vertellen dan alleen het gezicht van de geportretteerde.

3. ETTR (Expose To The Right)
ETTR is een techniek waarbij je zo belicht dat het histogram naar de rechterkant opschuift, zonder dat er clipping in de hooglichten optreedt. Dit levert minder ruis en meer detail in de schaduwen op. Vooral populair bij landschaps- en studiofotografie in RAW.
4. EVF (Electronic Viewfinder)
Een elektronische zoeker laat zien hoe je foto eruitziet met de gekozen instellingen. Anders dan een optische zoeker, die alleen het ongefilterde beeld door de lens toont. Vooral handig om in realtime het effect van belichtingscompensatie of witbalans te zien.
5. Eye relief
Eye relief is de afstand waarbij je comfortabel door de zoeker kunt kijken. Vooral belangrijk bij brildragers en bij camera’s met grote EVF’s (zie hierboven). Te weinig eye relief betekent dat je niet het hele beeld ziet, wat je compositie bemoeilijkt.
6. Exposure bracketing
Bij de B zagen we bracketing al terugkomen. Nu duiken we iets dieper in een vorm hiervan: met exposure bracketing maak je verschillende belichtingen van dezelfde scène. In de nabewerking kun je deze samenvoegen tot een HDR, of simpelweg de beste opname kiezen. Voor dynamisch uitdagende situaties (interieurs, zonsopkomsten) is dit een must-have techniek.
7. Exposure compensation
Met belichtingscompensatie stuur je de automatische belichtingsmeter bij. Handig bij tegenlicht, sneeuw of nachtopnames waar de camera zich kan ‘vergissen’. Voor gevorderden is het ook een manier om een creatieve signatuur toe te voegen, bijvoorbeeld bewust iets overbelichten voor een high-key look.
8. Exposure latitude
De exposure latitude van een sensor of film bepaalt hoeveel je de belichting nog kunt corrigeren in nabewerking zonder kwaliteitsverlies. Digitale RAW-bestanden bieden veel latitude, maar film staat bekend om zijn vloeiende hooglichten.
Slot
Zo, hopelijk hebben we je weer exposed aan een aantal nieuwe begrippen. Mis je wat? Bekijk dan ons bijpassende stuk op DigifotoStarter!