Het fotografie-alfabet: C

Het fotografie-alfabet: C

Redactie DIGIFOTO Pro

Na bijna 200 jaar fotografie komen we nu om in de fotografietermen. Maar wat moet je nou echt weten? In deze rubriek gaan we langs de belangrijkste termen die je moet weten als professioneel fotograaf. Van Aberratie tot Zoomen: dit is het Fotografie-Alfabet.

De derde letter alweer: de C geeft weer een hoop mooie termen. Mis je er wat? Misschien hebben we ze neergezet in de tegenhanger op Digifotostarter.

1. CCD & CMOS

We beginnen met een dubbelklapper: sensoren zijn misschien wel de belangrijkste onderdelen van een digitale camera. Over het algemeen gebruiken fabrikanten een van deze twee sensoren.

CCD staat voor Charge-Coupled Device. Het legt beeld vast door de lading langs een verticale lijn pixels door een reeks condensatoren te sturen. Dit kan zorgen voor een onvoltooide lading bij een te felle lichtbron, en dus een verticale streep door je foto. 

CMOS leest daarentegen elke pixel afzonderlijk uit, dus niet langs bepaalde rijen. Dat betekent minder kans op strepen. Daarnaast zijn CMOS-sensoren ook nog sneller dan CCD, waardoor veel fabrikanten sinds de jaren 2000 over zijn gestapt op deze sensor.

Waarom zou je alsnog CCD willen? Voor het filmische effect, natuurlijk! Waar je bij CMOS minder stroomverbruik, meer snelheid en betere prestaties bij contrast of weinig licht krijgt, blijft de 

2. Chromatische aberratie

Abberatie kwam al langs bij de A, maar we zien nu een kans één van de meest voorkomende versies iets verder te bespreken. Chromatische abberatie houdt in dat lichtkleuren niet allemaal op exact hetzelfde punt gefocust worden. Het uit zich vaak in paarse en groene randen, vooral bij contrastrijke overgangen. Je kan het corrigeren met sommige premium lenzen, maar ook in de nabewerking zijn ze te verwijderen.

3. Clipping

Terug naar de sensoren: soms is het licht te fel of te zwak om goed uitgelezen te worden. De foto hierboven kan daar weer voor gebruikt worden; is de zon ooit zo groot en wit, of zijn de schaduwen zo donker?

De 'waarden' worden in dit geval afgeknepen, ofwel Clipped in het Nederlands. Alles boven het maximum of onder het minimum krijgt hierdoor dezelfde waarde, en dus dezelfde kleur.

4. Circle of confusion (CoC)

Een CoC is een punt dat niet compleet tot focus komt bij het vastleggen van dat punt. Duidelijk, toch? Nee, wij vinden het ook verwarrend. Het makkelijkst dat we het kunnen uitdrukken is zo: wanneer je aan het scherpstellen bent, richt je je misschien op een wazige vlek. Hoe beter je scherp stelt, hoe kleiner die vlek wordt, tot het uiteindelijk een punt wordt. Dat is de Circle of Confusion.

Het vormt eigenlijk de basis voor scherptediepteberekeningen en hyperfocale afstand. Voor landschapsfotografen essentieel bij het plannen van haarscherpe groothoekopnames.

5. Compression artifacts

Goed, even iets makkelijkers. Bij het omzetten naar JPEG-bestanden gaat kwaliteit verloren. Bij heel sterke compressie ontstaan artifacts: blokkerige structuren en detailverlies. RAW-opnames, alhoewel een stuk groter, voorkomen dit en bieden ook meer ruimte voor nabewerking.

6. Curves

We sluiten af met een fotoshop-trucje. Met curves pas je het toonbereik van je foto aan. Je zorgt dat de donkerste en meest lichte tonen naar elkaar toetrekken (of juist verder van elkaar komen te staan), waardoor het contrast minder groot (of juist groter) wordt. Zo pas je het toe.

Mis je wat?

Dit zijn volgens ons onmisbare termen in de fotografie. Mis je wat? Laat het ons weten of kijk op het bijpassende stuk op Digifotostarter!

afbeelding van persberichten_179864

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie