Waar moet je op letten bij astrofotografie?

Redactie DIGIFOTO Pro 2107
De herfst- en winterseizoenen lenen zich uitstekend voor het fotograferen van de maan, planeten, kometen, nevels en sterrenhopen. De vroege zonsondergangen en lange avonden en nachten bieden immers volop gelegenheid voor dergelijke astrofotografie. Maar bij het fotograferen van de sterrenhemel moet je wel met een aantal zaken rekening houden.

Zoek een donkere plek op

Geslaagde astrofotografie begint met de plek van waaruit je fotografeert. Om zoveel mogelijk licht van ruimteobjecten op te vangen, moet deze namelijk goed donker zijn. Vooral in de dichtstbevolkte gebieden in Nederland is dat een hele zoektocht. Het vinden van een geschikte locatie is daarom een beetje als aanbieders van internet vergelijken. Plekken die zich lenen voor astrofotografie zijn de Afsluitdijk en natuurgebieden. Daarnaast beschikt Nederland over twee Dark Sky Parken waar mensen ‘s nachts welkom zijn. Dit zijn de Boschplaat op Terschelling en het Lauwersmeer tussen Groningen en Friesland.

Kies de juiste camera

Een camera waarmee ruisarme opnamen met hoge ISO-waarden kunnen worden gemaakt geeft de beste resultaten. De meeste fotoapparatuur voldoet hieraan en er zijn dan ook veel camera’s die geschikt zijn voor astrofotografie. Wat specifieker zijn de Canon EOS Ra, Canon EOS 6D en Sony α6000 goede opties. De Canon EOS 6D heeft zo’n hoge lichtgevoeligheid dat je zelfs bij maanlicht kunt fotograferen.

Gebruik een lange belichtingstijd

Astrofotografie komt met name aan op licht verzamelen. Een lange sluiter- of belichtingstijd is dus zeker aan te raden. Hoelang je moet belichten, hangt af van wat je wilt fotograferen. Een belichtingstijd tussen tien seconden en vijf minuten is gebruikelijk. Ook welke lens de camera heeft, speelt daarbij mee. Om overbelichting te voorkomen moet de belichtingstijd in overeenstemming zijn met de ISO-waarde. De geadviseerde ISO-waarden voor nachthemelfotografie liggen tussen 400 en 3200.

De juiste lens

Een lichtgevoelige lens draagt in grote mate bij aan hoe mooi en gedetailleerd je astrofoto’s worden. Lenzen met diafragma’s van f/2.8 en f/1.4 geven goede resultaten. Behalve een reguliere cameralens kan je de camera ook op een telescoop monteren. Deze fungeert dan als telelens.

Gebruik een statief en afstandsbediening

Met een belichtingstijd van enkele seconden tot minuten zijn onscherpe foto’s snel gemaakt. Daarom moet de camera bij astrofotografie op een statief staan. Een ander hulpmiddel waarmee bewegingsonscherpte wordt tegengegaan is een afstandsbediening. De camera hoeft dan niet te worden aangeraakt voor het indrukken van de sluiterknop.

Fotografeer in raw-bestand

Het nabewerken van astrofoto’s verhoogt de kwaliteit van je opnamen. Daarom is het verstandig om je foto’s als raw-bestand op te slaan. ‘Raw’ is geen afkorting, maar staat gewoon voor ‘ruw’. Doordat het bestandstype de oorspronkelijke, ruwe gegevens bevat, zijn bijvoorbeeld scherpte, contrast en witbalans achteraf makkelijker aan te passen.

 

afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie