Michiel van Mens met AI-Selfies: de kunst van het toeval
Michiel van Mens (1964) groeide op in Haarlem en studeerde in Groningen. In de jaren ’90 vestigde hij zich met zijn vrouw in het oude centrum van Amsterdam, een plek die perfect past bij zijn liefde voor straatfotografie. Nu de kinderen het huis uit zijn, wijdt hij zijn tijd aan zijn passies: fotografie, grafische kunst en experimenten met kunstmatige intelligentie. In dit interview vertelt hij hoe zijn manier van kijken is veranderd, waarom techniek en verbeelding voor hem hand in hand gaan, en hoe hij zijn beelden blijft vernieuwen zonder het ambacht uit het oog te verliezen.
Tekst Nina Oomen Fotografie Michiel van Mens
Dit artikel is gepubliceerd in DIGIFOTO PRO 2.2025
Michiel kwam in aanraking met fotografie door de donkere kamer van zijn vader. ‘Ik mocht daar als kind van hem nooit komen en juist daarom vond ik het zo spannend,’ zegt hij. ‘Het duurde nog wel een tijd voordat ik echt met fotografie begon, maar daar ligt waarschijnlijk het eerste zaadje.’ De officiële start kwam tijdens zijn diensttijd, waar hij werkte als fotograaf en bedrijfsjournalist. Onder begeleiding van een militair vakfotograaf, die was opgeleid aan de Fotovakschool in Den Haag, leerde hij de technische kneepjes van het vak. ‘Met een tas vol films en een camera reed ik door Europa om verslag te doen van grote militaire oefeningen. Daar schreef ik verhalen over en drukte de foto’s zelf af in de DOKA. Elke maand maakten we een prachtig tijdschrift. Het was een geweldige manier om het vak fotograaf te leren.’ Omdat Michiel als fotograaf werkte bij Defensie, kreeg hij ook professionele analoge apparatuur.
Hij begon met een Canon A1 en later kwam daar een Canon F1 bij. Na zijn diensttijd werkte hij veel met een Mamiya C330. ‘Het fijne aan analoog fotograferen is dat je goed leert kijken en moet weten hoe alles technisch werkt, zeker als je ook zelf afdrukt in de DOKA. Als jij de techniek niet beheerst, dan beheerst de techniek jou.’
Na zijn diensttijd werkte Michiel aan persoonlijke fotoprojecten, waaronder een documentaire over Amsterdam Oud-West en reizen door Oost-Europa. Toch lukte het hem niet om van fotografie zijn beroep te maken. ‘Ik wist gewoon niet hoe dat moest. En soms moet je ook het toeval omarmen.’ In plaats daarvan volgde hij zijn andere interesse: bedrijfskunde. ‘Begin jaren ‘90 was het economisch geen makkelijke tijd. Via een vriend uit mijn militaire diensttijd kwam ik terecht in de wereld van de Kunstmatige Intelligentie. Dat is natuurlijk weer iets heel anders, maar ik ben blij dat ik die kant op ging. Zo kon ik me blijven ontwikkelen in de fotografie, zonder dat ik concessies hoefde te doen.’ In zijn vrije tijd combineert Michiel straatfotografie met grafische kunst, zoals gomdrukken en zeefdrukken. Vooral de combinatie van moderne technologie en oude druktechnieken vindt hij fascinerend.
Pionier in AI, maar net te vroeg
Michiels interesse in AI begon al in de jaren 80, toen het nog simpelweg ‘Kunstmatige Intelligentie’ werd genoemd. ‘We gebruikten toen de afkorting “KI”, wat telkens voor hilariteit zorgde omdat het in het Nederlands ook Kunstmatige Inseminatie betekent,’ zegt hij lachend. Begin jaren 90 richtte hij samen met een aantal techneuten zijn eerste AI-start-up op. Ze ontwikkelden zelflerende systemen en waren ervan overtuigd dat dit de toekomst was. ‘Wij geloofden er heilig in, maar achteraf gezien waren we waarschijnlijk net te vroeg.’ Hij herinnert zich een
presentatie aan artsen waarin hij AI-software demonstreerde die hartritmestoornissen kon herkennen. ‘Het werkte uitstekend, maar de artsen wilden er niks van weten. Ik werd letterlijk het academisch ziekenhuis uitgeschopt. De voetafdruk heb ik nog steeds in mijn rug staan. Achteraf kunnen we er wel om lachen, maar toen kon ik wel janken.’

Comics
Hoewel er destijds nog geen programma’s als ChatGPT of Midjourney waren, wist Michiel zijn technische achtergrond al snel om te zetten in iets creatiefs. Omdat hij kon programmeren, schreef hij zijn eigen AI-algoritmen waarmee hij digitale beelden op een geheel eigen manier kon bewerken. Wat begon als wat vrijblijvende vrijdagmiddagexperimenten, leidde onverwacht tot een doorbraak. ‘Ik liet een foto per ongeluk veranderen in een getekende comic. Dat gevoel was fantastisch, want nu lukte het me om iets te maken wat ik voorheen niet kon: tekenen.’ Die ontdekking smaakte naar meer. Al snel merkte Michiel dat niet elke foto geschikt was voor deze stijl. Daarom besloot hij een eigen studio in te richten. ‘Ik had gelukkig een ruime woning, en daar stond een etage leeg. Die heb ik omgebouwd tot studio met een achtergrond en studiolampen. Ik deed alles zelf: van fotografie tot het “acteren”, de kleding en de visagie. Ik was wel een half jaar verder voordat ik eindelijk had uitgevogeld hoe dat allemaal moest.’ Voor Michiel draaide het niet om perfecte foto’s, maar om de bruikbaarheid. ‘De beelden hoefden
niet per se goed of mooi te zijn, als ze maar geschikt waren om via mijn software omgezet te worden naar comic-stijl.’ Daarna volgden de nabewerking en montage om de beelden volledig te transformeren tot cartoon. Deze beelden gebruikte Michiel later ook voor zeefdrukken.
Experimenteren
Deze speelse manier van werken wakkerde zijn nieuwsgierigheid naar andere vormen van beeldbewerking
aan. In de wereld van fotografie en AI had Michiel al veel beelden voorbij zien komen, maar die spraken hem zelden aan. Sterker nog: hij had er moeite mee. ‘AI gebruikt beelden van anderen zonder toestemming of betaling. Dat voelt niet eerlijk.’ Zijn interesse werd pas echt gewekt toen hij ontdekte dat je in programma’s zoals Midjourney ook je eigen foto’s kunt uploaden. ‘Dat vond ik wél interessant. Ik had door de jaren heen een enorme beeldbank opgebouwd met foto’s uit mijn studio en deze beelden kon ik nu een tweede leven geven!’ Hij begon te experimenteren met eigen portretten en interieurscènes, die hij uploadde in Midjourney.
Vervolgens schreef hij een prompt (een korte tekstuele instructie) waarin hij het programma vertelde wat het moest doen met de beelden. ‘Je schrijft als het ware een verhaaltje waarin je vraagt om beide foto’s als uitgangspunt te nemen of erin te verwerken. Net als bij mijn eerste comic-tekening openbaarde zich voor mij een nieuwe wereld.’ Die wereld was imaginaire en onbegrensd, maar ook hier gold wat hij eerder bij zijn cartoons had ervaren: het draait om uitproberen. Welke foto’s werken goed samen? Welke minder? ‘Dat is gewoon een kwestie van heel veel doen en niet bang zijn om fouten te maken. Dan begin je gewoon weer opnieuw en heb je toch weer wat geleerd,’ concludeert hij.


AI-Selfies
Michiel vindt het maakproces uiterst fascinerend. ‘Vooral als je langzaam zo’n AI-foto op het scherm ziet ontstaan. Het doet me denken aan de magie van de oude DOKA: een belicht vel papier in de ontwikkelaar leggen en dan een beeld zien opkomen. Dat vond ik altijd al een magisch moment. En met deze AI-toepassing heb ik eenzelfde gevoel. Ik weet nog dat ik weer zo’n AI-selfie op mijn beeldscherm zag opdoemen en dat ik bij mijzelf dacht: yes, deze foto wil ik ook gaan maken. En dan het besef: maar je hebt hem toch al gemaakt? De foto staat toch op het beeldscherm? Dat was een vreemd, bijna verwarrend gevoel. Van wie is die foto eigenlijk? Toch van mij?’
Michiel noemt deze beelden AI-selfies omdat ze zijn gebaseerd op foto’s van hemzelf, maar het resultaat is fictief. Hoe het eruitziet, hangt af van de gekozen beelden, de prompt én het toeval. Zelfs met exact dezelfde input kan de uitkomst de volgende dag totaal anders zijn. Al snel ontdekte hij dat de meest overtuigende fantasiewerelden ontstonden wanneer hij werkte met minder alledaagse beelden. Hij ging daarom gerichter zoeken naar visueel interessante foto's: eerst in zijn eigen archief, later door nieuwe beelden te maken in zijn studio. ‘Ik voelde me soms net een regisseur en acteur tegelijk in een gefantaseerd decor, maar dan wel met echte foto's. Het begint bij zelfportretten, maar het eindresultaat is iets totaal anders. En juist daarin schuilt het ongemak: het blijft onvoorspelbaar.’ AI opent volgens hem een prachtige, bijna jaloersmakende wereld van mogelijkheden. ‘Soms creëert het iets waar ik zelf nooit op was gekomen. Het voelt als een extended fantasy.’ Maar na de euforie kwam ook twijfel, want na foto 100 volgde foto 101, en ook die was weer mooi, perfect, technisch indrukwekkend. Het proces begon zich te herhalen. ‘Twee beelden uit mijn archief selecteren, eentje bewerken, uploaden, prompt schrijven, aanpassen, opnieuw finetunen...
Het werd een trucje. De uitkomsten waren vaak té perfect.’ En daar wringt het. ‘Perfectie is saai. Net als een perfect gezicht: het is indrukwekkend, maar op den duur gaat het vervelen. Wat kunst spannend maakt, is juist de imperfectie. Misschien moet dat de volgende stap voor AI zijn: leren hoe je onvolmaaktheid inbouwt. Het zou fijn zijn als deze softwareprogramma’s in de toekomst meer ruimte bieden om het creatieve proces écht zelf te sturen.’ Of dat gaat lukken, blijft voor Michiel een open vraag. Op dit moment worden sociale media overspoeld met AI-beelden, die op hun beurt weer worden gebruikt om de algoritmes van tools als Midjourney verder te trainen. AI leert dus vooral van zijn eigen
perfectie en niet van menselijke intuïtie. Of dat op de lange termijn goed uitpakt, moeten we volgens hem nog maar zien.


Toekomstige projecten
Wat Michiel aantrekt in fotografie en ook in zijn werk met AI, is het vermogen van beelden om de verbeelding te prikkelen. Hij zoekt geen antwoorden in een foto, maar vragen. ‘Een beeld dat je als kijker het verhaal in trekt is veel boeiender. Een foto mag best iets vertellen, maar niet het hele verhaal. Dat laatste stukje wil ik zelf nog invullen. En dat is bij deze AI-selfies ook zo. Ze geven een aanzet. En dan hoop ik dat jouw fantasie op hol slaat.’ Hij werkt op dit moment aan drie nieuwe projecten. Een daarvan bevindt zich op het snijvlak van kunst en technologie: Computer Generated Art. Het idee is dat hij als maker een software-script gebruikt om een beeld te genereren. Een eenvoudig voorbeeld is een parabool, een vorm gebaseerd op een wiskundige formule. Door die parabool rond een verticale as te laten draaien en dit proces steeds te herhalen, tekent de computer bij elke verschuiving een nieuwe lijn. Als hij elke lijn een andere kleur geeft, ontstaat er een fascinerend lijnenspel. Wordt dit geprint op hoogwaardig papier, achter een passe-partout en in een lijst geplaatst, dan levert het een volwaardig kunstwerk op.
Een ander project onderzoekt de mogelijkheden van street-art in combinatie met drones. En dan voornamelijk murals (grote schilderingen op flatgebouwen). ‘Waarom zou je zoiets niet met een drone kunnen doen? Nu kun je een ontwerp uitprinten, lasersnijden of omzetten naar een zeefdruk. Dus als een printer een opdracht kan uitvoeren, waarom een drone niet? Hang er een spuitbus onder, programmeer de beweging, en je hebt een vliegende mural-maker.’ Het is een idee dat hij ronduit fascinerend vindt.
Toch blijft zijn grootste liefde de fotografie, en dan vooral op straat. Straatfotografie heeft volgens hem niets met computers te maken, maar alles met het klassieke ambacht. Om daarin beter te worden, doet Michiel momenteel uitgebreid onderzoek naar het fotografisch handschrift van beroemde straatfotografen. ‘De vraag is: wat zijn hun karakteristieke stijlkenmerken? En kan ik die zelf toepassen? Hoe word ik een betere straatfotograaf? Voor mij is dat een mooi voorbeeld van jezelf blijven ontwikkelen. En dat zonder AI.’
Wil je meer zien van Michiel van Mens? Neem een kijkje op zijn website vanmens.com of volg hem op Instagram via