Flitsen: sync speed vs high speed sync (HSS)
Je zou misschien denken dat deze blog, gezien de titel, in het Engels geschreven is. Maar niets is minder waar. Verrassing! In deze blog wil ik graag een onderwerp aanstippen waarmee je te maken krijgt als je met flitsers gaat werken. Ik wil het namelijk hebben over de sync speed (synchronisatiesnelheid) van een sluiter (dus camera afhankelijk) en de slimme truc om dit te omzeilen genaamd High Speed Sync (hogesnelheidssynchronisatie). Begrijp je nu waarom ik de titel in het Engels gehouden heb? Heb je die woorden gelezen? Veel te lang!
Dit artikel is geschreven door Maarten Kuiper en tevens gepubliceerd op zijn website.
Lees ook: Flitsbelichting: extern flitsen i.c.m. Nikon-camera's
Oh, voordat ik begin: ik heb het in deze blog over camera’s met een gordijnsluiter (dat zijn 99,5% van de camera's). Je hebt ook camera’s met een zogenaamde leafshutter (bladsluiter), welke geen maximale syncspeed hebben, maar deze technologie vind je niet veel in camera’s en als je er een hebt (die zit dan in het objectief en niet in de camera) slaat deze blog voor jou nergens op en mag je stoppen met lezen. Fijne dag, fijn weekend, auf wiedersehen, doei. Ah, je bent er nog? Mooi! Dan ga ik van start.
Sync speed
Als je gebruik wilt gaan maken van een flitser, zei het een speedlite (rapportageflitser) of een studioflitser, dan krijg je vanzelf te maken met de term sync speed, of synchronisatiesnelheid. Synchroon betekent letterlijk tegelijkertijd. Dat tegelijkertijd slaat op het moment dat de sluiter zich opent en het moment dat de flitser afgaat. Je hebt er natuurlijk niets aan als de flitser pas af gaat als de sluiter alweer gesloten is, of al halverwege is (daarover straks een voorbeeld). De sensor zal dan niet volledig worden blootgesteld aan de flits, met alle gevolgen van dien.De sluiter bestaat uit twee horizontale gordijnen (Slow motion camera shutter) die zich, op het moment dat de ontspanknop wordt ingedrukt, over de sensor bewegen. Doordat de flitser tijd nodig heeft om af te gaan en het licht een bepaalde tijd aan staat, is er altijd een maximale snelheid waarmee een sluiter over de sensor kan bewegen zodat al het licht wordt gevangen. Deze maximale snelheid noem je de sync speed. De sync speed is afhankelijk van het type camera. Zo kan mijn Canon EOS R5 een maximale sluitertijd van 1/250s hanteren als sync speed. De syncspeed van jouw camera is terug te vinden in de handleiding of op Google.
Als je een sluitertijd gebruikt die sneller is dan je sync speed, dan zul je zwarte banden krijgen op de foto. Die zwarte banden ontstaan doordat de sluiter dicht is gegaan voordat de volledige hoeveelheid licht de sensor heeft bereikt. Dit is te zien in onderstaand voorbeeld:
Beperkingen sync speed
Er bestaat in de studio, wanneer gewerkt wordt met flitsers, dus een maximale sluitertijd. De meest voor de hand liggende beperking hiervan is dat je sluitertijd beperkt is. Je kunt dus geen sluitertijd gebruiken die sneller is dan (in mijn geval) 1/250s. Nu is dat voor normale portretten e.d. geen enkel probleem en voor in de studio vaak meer dan snel genoeg. Het wordt een iets groter probleem als je een objectief gebruikt met een groot open diafragma. Dit heeft voornamelijk te maken met de kracht van de flitser. Het is ook vaak niet de vraag hoe hard de flitser kan, maar hoe zacht.
Een voorbeeld in de studio:
Ik gebruik een flitser met een vermogen van 400Ws. Mijn camera stel ik in op f/8, met een sluitertijd van 1/250s en ISO100. Ik maak een testshot en kom erachter dat ik mijn flitser op 1/64e van zijn kracht moet zetten voor een goed belichte foto.
Nu wil ik graag een foto maken met een diafragma van f/1.4. Dit komt neer op vijf stops licht méér op de sensor. Om de belichting hetzelfde te houden moet ik dus 5x zo weinig licht uit mijn flitser hebben. Mijn flitser kan minimaal tot 1/256e van zijn kracht. Dat is (1/64 1/128 1/256) drie stops aan licht. Er komt dus 4x zoveel licht op de sensor dan in de vorige situatie. Mijn flitser kan niet lager, mijn iso kan niet lager, mijn sluitertijd niet sneller (door de sync speed) dus mijn foto wordt overbelicht.
Een voorbeeld buiten:
Stel ik loop in de zomer door het bos en wil een foto maken waarin het lijkt alsof het schemerig is. Mijn model zal een witte jurk dragen en op blote voeten door het bos wandelen. Om het model goed te belichten (en het bos donker te houden), wil ik gaan flitsen. Om het geheel wat mysterieus te maken, heb ik gekozen voor een diafragma van f/1.4. Klinkt tof toch? Echter: om het bos donker te krijgen, moet ik een hele snelle sluitertijd gebruiken (1/1000s, 1/2500s). Door mijn sync speed gaat dat feest helaas niet op en zal het model niet volledig egaal belicht zijn. Sad times.. zo’n leuk idee, zo beperkt door de technologie (oke, door de natuurkunde). En nu?
High Speed Sync
Bovenstaande uitdaging kan je ondervangen door gebruik te maken van een 3-stops ND filter (die dus 3 stops aan licht tegenhoudt) of gewoon in de avond te gaan fotograferen. Maar stel dat je geen ND filter hebt, of er moeilijk een kan vinden (en je model kan ‘s avonds niet). Mijn Sigma ART 105mm heeft een filtermaat van 105mm. Een ND filter van die maat kost zo ongeveer 150 euro. Maar betekent dat dan dat ik mijn Sigma nooit op f/1.4 in de studio (of buiten) kan gebruiken zonder een duur filter? NEEN. Gelukkig zijn er altijd mensen die over dingen nadenken en oplossingen bedenken: enter High Speed Sync.High speed sync is een truc die flitsfabrikanten hebben bedacht om ervoor te zorgen dat je toch kunt flitsen bij een snellere sluitertijd. Niet alle flitsers hebben dergelijke functie, dus check het even in de handleiding of jouw flitser dat wel ondersteund, of druk net zo lang op knopjes tot je het volgende icoontje ziet op je speedlite:
Beperkingen High Speed Sync
De eerste (obvious) beperking is de lichtopbrengst. Een flitser zal naarmate hij sneller moet pulseren (dus bij een snellere sluitertijd) aan lichtkracht moeten inboeten. Vaak is dat rond één stop aan licht. Exacte getallen zijn te vinden in de handleiding van de flitser of online.
Tevens is er wel echt een maximale sluitertijd die je kunt gebruiken. Wordt de sluitertijd te hoog, dan kan het volgende gebeuren:Conclusie
Als je gebruik gaat maken van een flitser, in welke vorm dan ook, zoek dan op wat de sync speed is van je camera. Vaak is dit 1/200s of 1/250s. Wil je snellere sluitertijden gebruiken, bijvoorbeeld bij een open diafragma of buiten bij fel zonlicht? Kijk dan of je flitser high speed sync ondersteund.
Dit artikel is geschreven door Maarten Kuiper en tevens gepubliceerd op zijn website.
Lees ook: Fotograferen met flits- of continulicht?