De impact van Karasu - Masahisa Fukase
Korrelig, grauw en potverdrie, wat komt het hard binnen. Zelden heeft een fotoboek zo'n diep emotionele en visuele impact nagelaten als Karasu van de Japanse fotograaf Masahisa Fukase. Deze duistere, hypnotiserende reeks zwart-witbeelden, waarin kraaien een hoofdrol spelen, wordt internationaal erkend als een meesterwerk binnen de fotografische boekkunst.
Niet voor niets werd het in 2010 uitgeroepen tot het beste fotoboek van de afgelopen 25 jaar - boven titels van onder meer Nan Goldin en Alec Soth. Maar wat maakt Karasu (Japans voor ‘kraaien’) zo bijzonder?
De fotografie van rouw en isolatie
Toen Fukase in 1976 terugkeerde naar zijn geboorteplaats Hokkaido na de scheiding van zijn vrouw Yōko, begon hij aan een fotografisch proces dat uiteindelijk zou uitmonden in Karasu. De foto’s, gemaakt tussen 1976 en 1982, tonen kraaien in hun natuurlijke gedrag: vliegend, loerend, krijsend, soms nauwelijks zichtbaar tegen een donkere lucht of nevelige achtergrond. De vogels zijn als onderwerp een prachtig metafoor voor verlies, voor geestelijke aftakeling, voor het gevoel zelf een schaduw te zijn in de wereld.
De beelden zijn allesbehalve esthetisch gepolijst. Fukase omarmt het imperfecte. Zijn opnamen zijn vaak korrelig, onderbelicht en onscherp, wat ze een ontzettend krachtige emotionele lading geeft. Je wordt als kijker echt meegenomen in Fukase’s eigen belevingswereld. Wat begint als documentatie van een dier verandert in een visuele dagboekreeks vol melancholie en poëzie.
In 1986 verscheen de eerste editie van Karasu bij het Japanse uitgeverij Sokyu-sha. De fysieke uitvoering was sober, maar de inhoud des te krachtiger. In het westen werd het boek later bekend onder de Engelse titel The Solitude of Ravens, uitgebracht door Bedford Arts (1991), en sindsdien groeide het uit tot cultklassieker. Het werd jarenlang nauwelijks herdrukt, waardoor de originele edities geliefd én kostbaar zijn onder verzamelaars.
Maar de reden voor de status van Karasu gaat verder dan zeldzaamheid of symboliek. Het boek laat zien hoe fotografie zich kan onttrekken aan het documentaire en uitgroeit tot een innerlijk landschap. Fukase gebruikte zijn camera als instrument voor introspectie.Masahisa Fukase
Karasu en het einde van Masahisa Fukase
Karasu een schoolvoorbeeld van het fotoboek als autonoom kunstwerk. De opbouw, volgorde, ritmiek en herhaling maken van het boek een visuele compositie waarin de afzonderlijke beelden ondergeschikt zijn aan het geheel. Je bladert niet zomaar even door het boek, maar je blijft aan de pagina's geplakt.
Na de publicatie raakte Fukase in de vergetelheid. In 1992 liep hij ernstig hersenletsel op na een val en verbleef de rest van zijn leven in coma. Maar zijn werk leeft voort, en Karasu geldt inmiddels als een van de krachtigste, meest zeldzame en meest persoonlijke fotoprojecten uit de twintigste eeuw.
