Column: Het internetportret

Redactie DIGIFOTO Pro
Het maken van een portret is moeilijk, de grote schilders van weleer deden vaak weken of maanden over een portret, vaak in meerdere zittingen. Het kostte nauwelijks iets, een paar florijnen! Wat doet een portret van Rembrandt van Rijns’ hand vandaag de dag?

Jan Buitelaar

Zomaar een paar miljoen euro, een dijk van een belegging en bovendien kun je, voor je hem verkoopt, er eerst nog een paar honderd jaar naar kijken!

Met de komst van de fotografie kan iedereen portretten maken, zelfs mensen die een leesbril  nodig hebben of diegenen die met ‘de blik op oneindig’ door het leven gaan. Beeldstabilisatie, AutoFocus lenzen, pop-up en opsteekflitsers hebben, in een heel korte tijd, een heleboel ellende vereeuwigd.

Hoe komt dit? Door marketing! Eén fabrikant heeft hier een handje van. Veel mensen kopen een AI type lens met de gedachte dat ‘AI’ voor ‘artificial intelligence’ (kunstmatige intelligentie) staat en dat daardoor de lens, geheel zelfstandig, in staat is een goed portret te maken. Door het klakkeloos flitsen zijn veel gezichten doodgeflitst op zich wel handig: een model dat niet beweegt, toch?
 
Inmiddels hebben de camera- en lensfabrikanten, als ook de wederverkopers, het ideale aantal mm’s voor een portretlens aardig verlegd van zo’n 85/90mm naar een minimum van 50mm tot een maximum van zo’n 600mm. Ergens hebben ze wel gelijk; met 600 mm fotograferen is gemakkelijker, goedkoper en is bovendien milieuvriendelijker. Je kunt een model in Gouda fotograferen terwijl je zelf in Zoetermeer staat, het scheelt je reiskosten en is ‘energie neutraal’. Je moet alleen hopen dat je model bijvoorbeeld geen flaporen heeft.

Een 600mm foto van een model met flaporen zal eruit zien alsof hij/zij met hoge snelheid tegen een glasplaat is aangereden: plat dus!

Het gezicht op de foto mist een natuurlijkogend diepte verloop! Neem van mij aan dat een goede portretlens voor een dslr een brandpuntafstand heeft dat tussen de 80 en 105mm ligt. Vergeet het cropfactor verhaal, een 60mm lens blijft een 60mm lens en wordt echt geen 90mm wanneer die op een APS-c camera wordt gezet. Met een echte portretlens moet je dan alleen maar een paar stapjes achteruit.

 


"Monet, de impressionist, heeft heel veel ruis geschilderd en zijn beelden worden nog steeds graag gekocht, in tegenstelling tot mijn werk."


 

Voor de komst van de (digitale)fotografie was het vervaardigen van portretten vakwerk, gedaan door voornamelijk mannen, die een gedegen, jaren durende opleiding achter de rug hadden. Al hadden ze maar weinig talent, ze wisten wel alles van de techniek en dat maakte vaak een heleboel goed. Als kind en zelfs nu nog vind ik het knap dat op geschilderde portretten, eeuwen geleden door de grote meesters gemaakt, ook de vingers razend scherp zijn. Dit lukt mij alleen wanneer ik met een hoge ISO waarde en met een hoog diafragmagetal en/of een flitsinstallatie fotografeer. Nadeel is wel dat er dan vaak veel ruis in de foto voorkomt, wat kleur, scherpte en/of doortekening niet ten goede komt.

Daarentegen, Monet, de impressionist, heeft heel veel ruis geschilderd en zijn beelden worden nog steeds graag gekocht, in tegenstelling tot mijn werk.

Kunstenaars hebben vaak de behoefte om zichzelf te portretteren. Goede fotografen, net als kunstenaars zoals Van Gogh, zijn een beetje verknipt, een goede eigenschap mits niet té ver doorgevoerd. Ik heb de zelfportretten van Van Gogh nooit echt mooi gevonden en ik moet hetzelfde zeggen van de meeste zelfportretten van fotografen die ik zie. Ik hoop niet dat ik jullie kwets, wanneer ik constateer dat jullie wellicht de lelijkste mensen zijn die ik op mijn beeldscherm voorbij zie komen! 

Ik denk dat veel van jullie mijn mening delen, omdat jullie toch opvallend vaak jullie gezichten verstoppen in liters te donkere digitale sepiatoner, bakken ‘onscherp filters’ en/of jullie jezelf te vaak doodflitsen door de pop-up  flitser te gebruiken in plaats van een statief en natuurlijk licht.

Een digitaal portret kost bijna niets meer. Door de erbarmelijke kwaliteit en het gigantische aanbod is het ook geen goede belegging. Wij zijn niet fotogeniek en bovendien kunnen we ook niet fotograferen, dus wat te doen?
Het meest voor de handliggende is onze dure dslr en lenzen verkopen en daarvoor in de plaats ons mobieltje te gebruiken. Voordelen: ‘auto ISO’, ongelofelijke scherptediepte en met de ‘fixed focus’ lens hoef je nooit meer scherp te stellen, succes is gegarandeerd!

Of, zullen we dan maar afspreken wanneer wij een zelfportret willen, wij naar een echte portretfotograaf gaan en ons daar laten vereeuwigen?


Jan Buitelaar,
fotograaf

afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie