Serie: Zo maak je een écht goed portret

Redactie DIGIFOTO Pro 793

Hoe maak je meesterlijke portretten? Vaak wordt het maken van een portret gezien als een transactie, maar het is meer dan dat. Het is een ontmoeting net zoals iedere andere ontmoeting, alleen moeten er ook foto’s gemaakt worden. Toch is er altijd die verwachting aan allebei de kanten, want de één moet wat geven en de ander komt ter plaatse om wat mee te nemen. In deze serie artikelen gaan we aan de hand van het boek ‘Meesterportretten’ op zoek naar het geheim van een écht goed portret. Deze keer deel 2: Een connectie maken met je model.

Tekst en fotografie: Jasper van Bladel

Het maken van een portret is voor een groot gedeelte voornamelijk een ontmoeting tussen twee mensen. Dat hebben we in het vorige deel besproken. Daarom klinkt het waarschijnlijk heel logisch dat je eigen karakter en aanpak een grote rol spelen bij het maken van een écht goed portret.

Blijf bij jezelf

Oprechtheid en eerlijkheid duren het langst in het leven en daarom is het altijd een goed idee om dicht bij jezelf te blijven. Dit geldt zeker bij het maken van een portret en in de omgang met je model. Het gekke is dat iemand heel spontaan, natuurlijk en ongedwongen kan bewegen, maar dat dit volledig kan veranderen zodra er een camera ten tonele verschijnt.

Als de geportretteerde merkt dat jij als fotograaf ook maar een mens bent, is je model eerder op zijn of haar gemak en durft hij of zij zich gemakkelijker over te geven aan jou en de situatie. Het maken van een portret levert voor veel mensen toch altijd een ongemakkelijke, onwennige en misschien zelfs spannende situatie op.

Ook hier weer is er sprake van een balans. Om je model gerust te stellen is het goed om menselijk, ongedwongen en voorzichtig te werk te gaan. Toch moet je daarin niet doorschieten, want dat kan vanuit het oogpunt van de geportretteerde overkomen als onzekerheid of onkunde. Je model mag natuurlijk niet de indruk krijgen dat je als fotograaf niet precies weet wat je aan het doen bent, want ook dan is een model niet op zijn of haar gemak.

Gelukkig helpt de tijdlijn tijdens een shoot je een beetje als fotograaf. Een fotoshoot duurt meestal wel eventjes en terwijl je verschillende ideeën uitwerkt, soms op verschillende locaties, krijgt je model tijd om aan jou en aan de situatie te wennen. De beste foto’s maak je meestal niet aan het begin van een shoot en daarom kun je die eerste minuten het beste zien als ‘inwerken’. Je bent dan al wel aan het fotograferen, maar nog niet helemaal op elkaar ingespeeld. Als je geluk hebt maak je dan al goed beeld; dat komt voor. Toch is er vaak nog wat wederzijdse spanning te bespeuren en zijn poses en blikken nog wat geforceerd.

 Heb daar ook vrede mee. Als je je bewust bent van hoe de dynamiek tijdens een shoot zal veranderen neem je een wat stroef begin voor lief en hoef je in dat geval ook niet te gaan forceren. Zie het als verwachtingsmanagement bij jezelf. Het hoeft niet meteen te lukken want als je vertrouwt op je eigen kunnen weet je dat het uiteindelijk altijd goed zal komen.

 

Kapitein Marten op zijn schip.

 

Een kapitein in hart en nieren.

 

Voordat je gaat fotograferen heb je meestal een plan gemaakt. Wat wil ik fotograferen? Waar ben ik naar op zoek? Welke poses, sferen, blikken? Zowel bij vrij werk als bij werk in opdracht ga je met een bepaald verwachtingspatroon de fotoshoot in. Je wilt een goed en passend beeld maken. Als fotograaf heb je verschillende belangen te bewaken, van jezelf en van de geportretteerde. Een van de belangrijkste belangen is toch het belang van jou als fotograaf om met passend beeld thuis te komen. Dat blijft het belangrijkste, zeker als je in opdracht fotografeert.

Op het eerste gezicht botst dat met waar we het net over hebben gehad: ongedwongen en zonder forceren te werk gaan. Hoe kun je daarmee omgaan?

Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat ook de geportretteerde weet waarvoor jullie bij elkaar zijn: het maken van een foto. In dat opzicht is er een duidelijk gezamenlijk doel. Met andere woorden, de geportretteerde weet ook dat hij of zij mee zal moeten werken om tot een goed resultaat te komen. Dat gegeven helpt bij het geven van aanwijzingen of als het even stroef loopt. Het model is ook gebaat bij een mooi eindresultaat en is daarom vaak genegen om soepel mee te werken.

Verder is het natuurlijk belangrijk dat je als fotograaf altijd geduldig, respectvol en met begrip te werk gaat. Als de samenwerking stroef verloopt, dan kun je als fotograaf altijd verwijzen naar jullie gezamenlijke doel: een mooie foto. Doe dit natuurlijk altijd op een vriendelijke manier.

Humor helpt ook. Let wel: dat is geen vrijbrief om allerlei moppen te tappen tijdens het fotograferen, maar meer een aanmoediging om wat kwinkslagen of lichtvoetigheid in de shoot te verwerken. Een lach ontdooit en maakt soepel.

 

Renske de huttenbouwster.

 

Renske kijkt tevreden rond in haar eigen paradijs.

 

Ontwapenend

Zelf hoor ik vaak dat ik ontwapenend te werk ga. Wat die ontwapening betreft weet ik niet altijd precies wat men dan bedoelt, maar ik ga er meestal maar vanuit dat er bedoeld wordt dat men zichzelf kan zijn tijdens de fotoshoot. Mijn karakter is lichtvoetig en open, waardoor ik ook veel van mezelf laat zien tijdens een fotosessie. Het model heeft daardoor al snel door dat ik geen ‘bedreiging’ vorm en dat ik gewoon op zoek ben naar een interessante ontmoeting waarin er toevallig ook wat foto’s genomen worden.

Met zo’n open en vriendelijke houding kom je met heel veel weg. In principe kun je alles aan iemand vragen, als je dat maar op de juiste manier doet. Als je ergens een prachtige fotolocatie, of mogelijkheid voorbij ziet komen waarbij je flink wat van het model vraagt, is het soms een ingewikkelde afweging of je de vraag moet stellen of toch niet. Een voorbeeld: ooit was ik bij Jesse te gast in het Zuiden van Limburg. Hij leeft daar prachtig in een huis waar de tijd werkelijk stil heeft gestaan. Ook heeft hij een mooie oude tractor en ik zag een beeld voor me waarin hij op de tractor reed over een landweggetje; van achteren gefotografeerd. Nu is dat niet zo gemakkelijk te fotograferen als dat je zou verwachten door drukte in het verkeer en ook doordat ik graag wat hoger wilde staan om die foto te maken. Ik zag ook een platte kar op zijn erf staan, die hij achter de tractor zou kunnen hangen en waar ik dan vervolgens op zou kunnen gaan staan om te fotograferen. Toen heb ik hem gevraagd of hij die kar achter de tractor zou kunnen hangen en dat vond hij geen enkel probleem. We zijn gaan rijden – hij op de tractor en ik staand in de kar – en op die manier kon ik hem prachtig vastleggen.

 

Jesse op zijn oude tractor.

 

Uiteindelijk heb ik geleerd dat ik die vraag altijd gewoon moet stellen. Mensen zijn vaak tot veel bereid en daarnaast weet ik dat ik bij wijze van spreken niet goed slaap als ik weet dat ik een prachtige foto misgelopen ben. Daarbij: nee heb je en ja kun je krijgen.

 

Tinus leeft volledig zelfvoorzienend.

 

Een connectie maken

Het maken van een portret is een samenspel van twee mensen. Een ontmoeting, een gesprek. Niet alleen maar een toevallig samenkomen van twee mensen met als doel zo snel en efficiënt mogelijk een foto te creëren. Soms moet het wel snel en efficiënt, maar dat is dan niet het belangrijkste doel bij het maken van de foto. Je wilt een connectie maken en daardoor een écht goed portret maken, een portret dat recht doet aan de geportretteerde en aan jou als fotograaf.

Een beeld zegt natuurlijk ook veel over jou als fotograaf. Soms wordt weleens gezegd dat veel – zeker bekende en om hun stijl geroemde – fotografen eigenlijk zichzelf fotograferen als ze een portret maken. Ten dele is dat uiteraard ook zo, want je bent op zoek naar een beeld dat bij jou als fotograaf en persoon én bij de rest van je foto’s past.

Toch zou je kunnen zeggen dat een beeld waar uiteindelijk vooral de fotograaf zelf tevreden mee is, zijn doel voorbijschiet. Als geportretteerde ben je op die manier eerder een onderdeel van een meesterwerk van de fotograaf dan een op waarde geschatte hoofdpersoon in een portret dat om de geportretteerde mens draait.

 

Tinus is zo zuinig dat hij van zijn weinige geld kan rentenieren.

 

Tinus is vriend met de stilte.

 

Natuurlijk is het goed om te onthouden dat er ook heel veel verschillende soorten portretten zijn, die ook voor heel veel verschillende soorten doelen gemaakt worden. Als je spreekt over een kunstfoto in het oeuvre van een geroemd portretfotograaf, dan staat het model in dienst van de stijl van de fotograaf. De eigenheid van het model wordt dan door de fotograaf gebruikt om een zo mooi en goed mogelijk portret te maken in de stijl van de bewuste fotograaf. Het gaat dan ook niet echt over de geportretteerde, vaak speelt diegene eerder een rol dan zichzelf.

Als je kijkt naar redactionele portretten en journalistiek werk, dan is het veel eerder een kwestie van het vastleggen van echte personen of verhalen. De geportretteerde is in dat geval uiteraard gewoon zichzelf en het doel van de foto is meestal om die persoon met zijn of haar verhaal vast te leggen. In dat geval is het veel belangrijker dat naar alle verschillende belangen gekeken wordt. Wordt de persoon in zijn of haar waarde gelaten? Klopt het met de werkelijkheid? Is het voor de kijker duidelijk waar men naar kijkt en wat er bedoeld wordt? Past het beeld binnen journalistieke eisen of kaders?

Weer anders is het bijvoorbeeld in het geval van een portret dat gemaakt wordt naar aanleiding van een specifiek doel: een portret voor gebruik op sociale media, een beeld ter ondersteuning van bepaalde werkzaamheden of een foto voor promotiedoeleinden.

Voorgaande voorbeelden zijn al behoorlijk uiteenlopend, maar in werkelijkheid komen er natuurlijk nog talloze andere portretvormen voor. Ook kunnen ze door elkaar heen lopen, bijvoorbeeld in een fotoserie waarin een journalistieke aanpak raakt aan de kunsten.

Balans tussen belangen

Het maken van een portret is daarmee eigenlijk een oefening waarbij verschillende belangen gebalanceerd moeten worden. Het belang van de geportretteerde, het belang van de fotograaf en het belang van de kijker. Als in een driehoeksverhouding bewegen die belangen door elkaar heen. Je wilt dat het model uiteindelijk tevreden is met de gemaakte foto, maar tegelijkertijd moet het beeld ook de kijker en jou als fotograaf dienen. Een goed portret balanceert precies op het juiste punt tussen deze drie partijen in.

 

Jasper van Bladel

Focus op Fotografie: Meesterportretten

Hoe maak je portretten met meer diepgang? Een goede methode hiervoor is om het maken van een portret te zien als een ontmoeting tussen jou en het model. Zo wordt het portretteren een echte interactie en dring je door tot de kern van de geportretteerde. Jasper van Bladel geeft je in zijn boek ‘Meesterportretten’ de kennis en werkwijze om jouw portretfotografie sterk te verbeteren. Dit alles wordt behandeld voor zowel het maken van autonoom werk als voor portretten in opdracht.

In dit boek vind je naast antwoorden op bovenstaande vragen interviews met de meesterlijke portretfotografen Jan Banning, Harmen de Jong, Suzanne Jongmans, Vincent Mentzel en Susanne Middelberg. Zij vertellen hoe zij hun adembenemende portretten met diepgang maken.

Adviesprijs € 34,99 | ISBN 9789463562775 | Info learn.lindsayadlerphotography.com

 

Dit is een artikel uit DIGIFOTO Pro 5.2023. Lees hem nu digitaal: DIGIFOTO Pro 5.2023

afbeelding van Bryan Oosenbrug

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie