Maak een stilleven zonder studio

Maak een stilleven zonder studio

Amy Schutte
In de studio heb je als fotograaf de volledige controle. Je kunt zelf beslissen hoe het licht valt, met welke sterkte en hoe lang. Bovendien kun je zelf de achtergrond kiezen, waardoor je de aandacht volledig op het onderwerp kunt vestigen. Een neutrale, lichte of donkere achtergrond, wat jij als fotograaf maar wil. Dat is superfijn voor portretten en voor stillevens.

Gebruik zonlicht

Daglicht heeft ook zo z’n voordelen. Het is gratis en altijd beschikbaar (mits overdag en niet in Noord-Noorwegen in december). Met een kleine sluierbewolking of op het juiste tijdstip is het bovendien zacht en mooi diffuus.

Effect als in schilderij

Daarom kan het de moeite waard zijn om studio effecten eens mee naar buiten te nemen. Je kunt bijvoorbeeld het licht in je foto controleren en vorm geven door je lichtinstellingen te kiezen. Je kunt zo een studio stilleven effect creëren, vergelijkbaar met dat in schilderijen uit de Renaissance. Gebruik voor deze techniek direct zonlicht, indien mogelijk met een lichte bewolking. Met de lichtinstellingen op de camera probeer je het omgevingslicht zoveel mogelijk uit te sluiten. Zo creëer je een iets onderbelichte foto met hoge contrasten, waarin alle aandacht naar het onderwerp gaat. Het effect is vergelijkbaar met het gebruik van een korte flits in de studio. In dit geval is het een goed idee om midden op de dag te fotograferen, omdat de zon dan hoog staat. Houd je belichtingsmeters goed in de gaten en let erop dat niets overbelicht wordt en alleen de omgeving van het onderwerp onderbelicht wordt.

Afbeeldingspictogram al-martin-559820-unsplash.jpg

Kies een onderwerp

Een bloem of plant is heel geschikt voor deze techniek. Uiteraard moet er licht op het onderwerp vallen, het is ideaal als de achtergrond in de schaduw ligt. In het bos heb je vaak kleine, open plekken waar lokaal veel zonlicht op valt. Dat zijn ideale plekken om een onderwerp te zoeken.

Camera instellingen

Voor je stilleven is een diafragmaopening van rond de f/11 fijn. Het ligt er een beetje aan wat voor lens je gebruikt en wat de ‘sweet spot’ van hiervan is. Zet je ISO zo laag mogelijk om het licht op de omgeving zo min mogelijk te houden. Hoe donkerder de achtergrond, hoe mooier en sterker het contrast. Meet met de belichtingsmeter gericht op de hooglichten. Je kunt de camera het beste op de spot metering modus hebben staan en richt deze op het meest belichte deel van je onderwerp. Bekijk welke belichtingsinstellingen je camera nu voorstelt in de P, A of S stand en onthoud deze.
Zet de camera nu op handmatig (M) en stel je camera in op de voorgestelde instellingen van zojuist. Zo zal de belichting gelijkmatig blijven en niet bij gaan stellen op het moment dat je je compositie verandert.

Afbeeldingspictogram ren-ran-232079-unsplash.jpg

Zwarte achtergrond

Verhoog nu de sluitertijd met één hele stop (vaak is dat drie klikjes). Zo zorg je dat de achtergrond onderbelicht is, hopelijk bijna helemaal zwart. De diafragmaopening en ISO laat je gelijk. Maak een paar testfoto’s en kijk of je tevreden bent met het resultaat. Als de achtergrond niet donker genoeg is, zet de sluitertijd dan nog iets korter of maak eventueel het diafragma iets kleiner.

Probeer verschillende onderwerpen uit, totdat je het Renaissance schilderij gevoel te pakken hebt. dankzij de korte belichting wordt de achtergrond zo donker dat het lijkt of de foto in een studio is gemaakt, tegen een zwarte achtergrond. Eventueel kun je de achtergrond in de nabewerking nog donkerder maken.


 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy