Het slechte imago van de fotograaf
De specialist, zo zag ik terwijl mijn blik razendsnel de omgeving aftastte, was er tussenuit geknepen en in geen velden of wegen meer te bekennen. Hopen dat hij in panieksituaties zijn patiënten niet op soortgelijke wijze in de steek laat, dacht ik nog… En toen werd ik vanachter door twee politieagenten vastgegrepen. Voor ik het wist zat ik – geboeid en wel – op de achterbank van een politieauto en zag ik de agenten mijn apparatuur afbouwen en met mijn camera van hand naar hand gaan.
Na vier uur in een cel mocht ik opeens weer gaan. Alles berustte op een misverstand. Men had intussen begrepen dat de specialist inderdaad in het ziekenhuis werkzaam was. Waarom ik dat niet gewoon meteen tegen de portier had gezegd, dat ik een specialist van het ziekenhuis ging fotograferen? Als ik mij tevoren even bij hem had gemeld, was er niks aan het spreekwoordelijke handje geweest.
"Elke fotograaf herkent het: een druk mannetje dat in een drafje op je afkomt"
‘De man had natuurlijk ook gewoon even ter plekke naar mij kunnen luisteren’, zo wierp ik tegen. Hierop haalden de agenten lachend hun schouders op. ‘Ach ja, nu heeft u ook weer iets spannends meegemaakt!’
Ik mocht gaan. Het duurde echter nog een dik half uur vooraleer ik al mijn apparatuur weer in goede orde terug had ontvangen. Al mijn foto’s waren doodleuk gewist. Niet door de politie, maar door de portier, zo begreep ik.
Dit soort mannetjes als deze portier heb je overal. Zet ze bij een draaideur neer en ze denken dat ze alles in een straal van 500 meter rondom de draaideur kunnen bepalen. Fotografen werken blijkbaar erg op de zenuwen van deze figuren. Ik kan u nog over een stuk of wat soortgelijke voorvallen vertellen…
Misschien moeten we iets aan ons imago doen?