Fotojournalistiek in beeld #9: De conclusie!
Toen Burgess de fotojournalistiek doodverklaarde bedoelde hij waarschijnlijk de traditionele vorm waarin kranten veel fotoprojecten financierden en de journalisten niet zo gek veel zorgen hoefden te hebben over hun inkomen. Dat is verleden tijd, zoveel werd tijdens ons onderzoek wel duidelijk. Behalve de Volkskrant, die het budget de afgelopen jaren verruimd heeft, zijn de geluiden eenstemmig: de geldpot van de oude media is leeg.
De overlevingskans van de traditionele fotojournalist is dus sterk afgenomen. Maar dat betekent niet dat het hele genre gelijk overboord gegooid kan worden. Tegelijkertijd met het uitsterven van de oude fotojournalist, ontstaat er namelijk een nieuwe generatie fotojournalisten. Deze generatie kan niet meer rekenen op de beurs van kranten en moet zelf de financiering regelen door bijvoorbeeld crowdfunding.
Nieuwe generatie
Een voorbeeld van de nieuwe fotojournalist is Kadir van Lohuizen die via Emphas.is een nieuw verdienmodel en nieuwe publicatievorm op touw zette. De traditioneel opgeleide fotograaf stortte zich zo in een wereld van de multimedia en regelt zijn financiering zelf. Hij staat daarin niet alleen. Overal lijkt de aandacht voor het gebruik van meerdere media te groeien. Zo worden er prijzen voor multimediaprojecten van fotografen georganiseerd en besteden ook musea als Foam en het Nederlands Fotomuseum veel aandacht aan de nieuwe publicatievorm.
Het lijkt er dan ook op dat multimedia een niet meer weg te cijferen aspect is in het veranderende fotojournalistieke landschap. Veel fotografen staan er positief tegenover en ook kranten en fotobureaus spelen in op de nieuwe technische ontwikkelingen. Dat is logisch, want of de geldpot nu vol of leeg is, door meerdere mediavormen te gebruiken bereik je een breder publiek.
Afscheid
Aan de andere kant zijn de klachten van fotografen die hun inkomsten zien afnemen niet te ontkennen. Dat is niet moeilijk te begrijpen: het is voor niemand leuk dat kranten geen budget meer hebben om een fatsoenlijke fotograaf te financieren. Maar het is een werkelijkheid die niet meer terug te draaien is. We kunnen er dus maar beter aan wennen.
En misschien is dat wel helemaal niet zo erg. De krimpende budgetten geven ons een reden om verder te kijken, de mogelijkheden van bijvoorbeeld crowdfunding te onderzoeken en nieuwe mediavormen aan te boren. Media die ons de achtergrond en verdieping kunnen bieden die kranten niet meer kunnen bekostigen.
Conclusie...
Neil Burgess had het helemaal niet mis toen hij de fotojournalistiek doodverklaarde. Hij vergat er alleen bij te zeggen dat het de traditionele vorm is die we vaarwel moeten zeggen. De nieuwe fotojournalistiek is springlevend. De traditionele fotograaf die beelden schiet in opdracht van een krant, die zien we steeds minder, maar met radio, visuele effecten, film, geluid en beeld staat de fotojournalist die grotendeels zelf zijn financiering regelt in de bloei van zijn leven.