Fotojournalistiek in beeld #5: Joris van Casteren
Interview
Joris van Casteren
Journalist
Joris van Casteren (1976) is
schrijver, dichter en journalist.
Hij schreef voor verschillende
media waaronder Dagblad
Flevoland, de Zwolse Courant
en de Groene Amsterdammer.
Daarnaast heeft Joris
verschillende boeken op zijn
naam staan.
Vandaag vragen we niet naar de dood van de fotojournalistiek, maar naar de stand van zaken van de journalistiek in het algemeen. Want als we ons afvragen of kranten nog bereid zijn om fotocorrespondenten op pad te sturen, is handig om helder te hebben of er überhaupt nog behoefte is aan achtergrondartikelen.
'Journalisten zijn lui'
Joris van Casteren weet alles van de journalistieke wereld. Hij loopt al jaren rond op de redacties van verschillende kranten en bladen en is uitgerust met een portfolio dat rijk is aan interessante achtergrondreportages. Onze stelling dat het journalistieke landschap verandert, beaamt hij. De journalist wordt getroffen, maar dat ligt niet alleen aan kranten in financiële nood.
‘Grotendeels ligt het aan de journalist zelf, die lui is en zich beperkt tot bel- of internetstukjes. Op pad gaan kost extra tijd en moeite, bovendien geldt vaak dat journalisten in loondienst een bepaald aantal artikelen per jaar moeten schrijven, ongeveer zoals agenten een bonnenquotum hadden.'
Kort en snel
Lui of niet, kranten lijken ook hun aanpak te veranderen. Korte nieuwsberichten zijn niet moeilijk te vinden, maar waar blijven de achtergrondstukken? ‘Veel kranten en weekbladen zijn de laatste jaren steeds meer ‘kort’ en ‘snel’ gaan doen’, vertelt Joris, ‘omdat ze bang zijn dat de aandacht van hun lezer verslapt. Kranten rennen achter het nieuws aan dat, tegen de tijd dat de krant in de kiosk ligt, allang op internet geüpdatet is.’
Gemiste kans
Juist omdat de snelheid van het internet door gedrukte media niet te verslaan is, denkt Joris dat kranten voor grotere achtergrondartikelen moeten kiezen. ‘Het is hun kans om zich van internet en de makkelijke meninkjes op allerlei blogs te onderscheiden. Ze zouden beter in staat zijn om met eigen nieuws te komen dat niet online te vinden is.’ Dat gebeurt nu niet veel; de meeste kranten lijken zich onder te dompelen in het veilige domein van de snelle journalistiek die hapklare brokken informatie produceert. Omdat de lezer het slikt. Maar is die lezer dan helemaal niet meer te vatten voor artikelen die wat meer verdieping bieden?
Volgens Joris wel. Kranten hebben volgens hem juist baat bij goede achtergrondjournalistiek. ‘Dat bewijzen veel kwaliteitsjournalisten wel die zich toeleggen op het schrijven van boeken en zich vaak losmaken van krant en tijdschrift. Die boeken, literaire non-fictie, zijn in een aantal gevallen zeer succesvol en zeer goed verkocht, wat er op wijst dat er bij 'het publiek' wel degelijk belangstelling voor is.’
Korte nieuwsberichtjes in Trouw met beeld van persbureau.
Consequenties
Joris spreekt duidelijke taal. Hij schetst een treurig beeld van de vaderlandse journalistiek die elke vorm van verdieping lijkt te verliezen. Dat is niet alleen jammer voor de schrijvende journalist die het liefst de achtergrond van het nieuws onderzoekt. Ook voor de fotojournalist heeft het consequenties; zonder achtergrondartikelen zijn de bijbehorende foto’s immers overbodig. Morgen spreken we met fotograaf Jordi Huisman en vragen we hem of hij als fotojournalist buiten spel is gezet.