The best of five: interview met Mischa Keijser

Redactie DIGIFOTO Pro 1442

Mischa Keijser (1974) maakt het zichzelf niet makkelijk. Hoewel fotografie zoiets betekent als ''schrijven met licht'', zoekt de Bredaase fotograaf het liefst de nachtelijke uren op. Detail: hij lijdt aan een vorm van ''nachtvrees''.

Dit artikel is geschreven door Cees Visser en gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 1.2022

Best of Five?

In de rubriek The Best of Five staan vijf foto’s van een bekende Nederlandse fotograaf centraal. De vijf beelden gelden als kantelmomenten of mijlpalen in de carrière van de maker in kwestie - en geven daarmee blijk van een ontwikkeling. Of het zijn simpelweg de ‘beste’ vijf foto’s ooit gemaakt door de hoofdrolspeler.

‘Nee, ik ben niet echt een nachtdier’, zegt nachtfotograaf Mischa Keijser. Toch trekt hij naar plekken waar hij zich zo alleen voelt met het duister, zo eenzaam, dat hij zich al kapot kan schrikken van het eerste het beste veldmuisje. ‘De nacht doet iets met me. Je zintuigen staan ’s nachts op een andere manier op superscherp. Het lijkt me een dierlijke reactie. Wij horen ‘s nachts met elkaar in een boom zitten. Kijk, apen zoeken het ’s nachts ook hogerop en komen pas naar beneden als het licht is. We hebben niet voor niets behoefte aan straatverlichting.’

Normale uren

Wacht, we noemen Keijser hier wel nachtfotograaf maar in die benaming kan hij zich niet helemaal vinden. Ja, hij maakt foto’s wanneer het schemert en iedereen zich opmaakt voor de nacht, maar hij is ook “dagfotograaf”, maakt ook foto’s op “normale uren”. Omdat genoemde kwalificatie zijn oeuvre tekort doet, noemt hij zich liever kunstenaar - wiens werk zich richt op de relatie tussen mens en natuur. Het merendeel van dat werk bestaat uit landschappen; soms gaat zijn werk gewoon over de natuur. Ook leuk, Keijser maakt zich er schuldig aan om nogal onhandige beelden te maken van mensen en zelfs groenten. Om het nog bonter te maken: ook is hij actief als commerciële fotograaf. In die rol concentreert hij zich op de onderwerpen (nogmaals) landschap, architectuur en duurzaamheid. Daarbij komt het van pas dat hij een gediplomeerd drone-operator is. Van alle markten thuis dus, maar vandaag maken we kennis met de nachtfotograaf, een titel tenslotte die redelijk zeldzaam is. Het brengt Keijser erop om Bill Brandt (1904-1983) te noemen, de Britse fotograaf en fotojournalist die al in de jaren dertig begon te experimenten met nachtfotografie en zo mogelijk geldt als de uitvinder ervan. Maar ook de naam Brassaï (1899-1984) dringt zich op, de Franse fotograaf die naam maakte met het fotograferen van het Parijse nachtleven. Daar is meteen ook een groot verschil: in de beelden van Keijser geen mensen. Die eisen in een beeld maar te veel de aandacht op, vindt Keijser.

Weidsheid

Een stap terug in de tijd. Voor de fotograaf Keijser begint het allemaal in 1993, het jaar dat hij zich aanmeldt bij St. Joost School of Art & Design in Breda om daarvan in 1999 als afgestudeerde fotograaf (eerste en tweede fase) afscheid te nemen. Een van zijn eerste hoogtepunten dient zich aan in 2004, als hij in opdracht van het (toen nog geheten) Militaire Luchtvaart Museum de serie ‘200 jaar Kamp van Zeist’ maakt, gevolgd door een tentoonstelling op locatie.

Keijser pakt in 2015 vervolgens het thema nachtfotografie op en wel omdat hij - zoals hij het zelf zegt – zijn foto’s ‘een meer abstracte en theatrale’ sfeer wil geven. Om dat te vinden, zoekt hij vooral de provincies Friesland en Groningen op. Daar treft hij de gewenste weidsheid aan, maar ook elementen die de sporen van de tijd dragen, een ander motief waarvoor Keijser een zwak heeft. Daarmee viert hij in 2020 een tweede succes. Een serie nachtopnames van Keijser bereikt het Museum Belvédère in het Friese Oranjewoud onder de titel ''Protoporphyria'', naar de erfelijke stofwisselingsziekte die mensen overgevoelig maakt voor zonlicht en ze min of meer dwingt om ’s nachts te leven.

Verkenningspatrouilles

Keijser legt uit dat hij geen fotograaf is die erop goed geluk uit trekt. Hij bereidt zich terdege voor, weet altijd waarvoor hij komt en wat hij kan verwachten. Dat ''verwachten'' is het resultaat van verkenningspatrouilles. Zo stapt Keijser regelmatig in zijn autootje om gewapend met een mobiele camera op zoek te gaan naar fotogenieke plekken. ‘Ik rij vooral rond in de waterrijke provincies, zoals dus Friesland. Maar ook in watersnoodgebieden in België en Duitsland. Daarnaast veel Noord-Frankrijk.’ Heeft hij eenmaal een hot spot – voor Keijser is dat een plek die op de een of andere manier vervreemdend of inhoudelijk relevant is – gevonden, dan vindt vervolgens een zorgvuldig documentatie plaats om de plek op een later tijdstip met volle bepakking te bezoeken. In die uitrusting standaard een Nikon Z 7II, Nikon D810, Nikkor 19 PC-E f/4.0 (tilt-shift objectief),  Nikkor 24 PC-E f/3.5( tilt-shift objectief),  Nikkor Z 20mm f/1.8, Z 35mm / f/1.8, Z 40mm f/2.0, zwaar statief, LED-panel met v-mount-accu, twee of meer Godox AD600-flitsers, een onderwaterhuis en een… paraplu

‘Mijn nachtfoto's krijgen hun herkenbare stijl omdat ik altijd streef naar eenvoudig composities, veelal recht van voren’

De uitkomst van al dat gesjouw zijn sterk uitgelichte beelden tegen de nachtelijke duisternis. ‘Mijn nachtfoto's krijgen hun herkenbare stijl omdat ik altijd streef naar eenvoudig composities, veelal recht van voren. En niet te dramatische belichting, maar wel met een flinke hoek waardoor het licht op het onderwerp valt’, licht hij toe.

Het klinkt allemaal serieus en weloverwogen – en dat is het ook. Maar wie een studie van het werk van Keijser maakt, ontdekt ook humor. Schept hij er genoegen in – als de Nederlandse equivalent van de invloedrijke fotograaf Martin Parr – om mensen in ongemakkelijke situatie te betrappen, ook in zijn nachtelijk werk is een soort geestigheid te ontwaren. Een terugkerende grap in zijn werk bijvoorbeeld is ook het overgecultiveerde van het Hollandse landschap, dat zo mogelijk nog eens versterkt wordt door de donkerte – waardoor Keijser net als zijn eigen aanwezigheid ook het onderwerp net dat beetje extra absurditeit geeft.

‘Dit is rond Breda, een verkeersknooppunt. Hier had een doorgaande weg moeten komen, maar dat ging niet vanwege de snelweg die daarachter loopt. We leven in zo’n overgeorganiseerd land, en dus krijgt iemand de opdracht om die twee verkeersborden daar te plaatsen, waanzin. 

Het is een tegelijk extreem als grappig voorbeeld van de mens die niet meer zelf nadenkt met op de achtergrond een overheid die alle risico’s probeert uit te sluiten. Over hoe we hier alles proberen te beheersen, inclusief de natuur. Soms lukt dat, soms niet. In Nederland moet je redelijk je best doen om nog te schrikken van de kracht van de natuur. We voelen hier nog nauwelijks dat we kwetsbaar zijn voor die natuur. Waarmee ik bedoel dat we er zo goed in zijn geworden, in het buitensluiten van risico’s.

De foto is gemaakt rond half elf ’s avonds in het najaar in 2006. De hele situatie is onlangs gesloopt. Het was eerst landbouwgrond, daarna dit merkwaardige park and ride, en nu een braakliggend stukje dat een bedrijfsterrein moet worden.’

‘Hoek van Holland, de Noordzee tijdens een winterstorm in 2016. De foto maakt onderdeel uit van mijn Maro-serie, een nieuwe richting in mijn werk. Het is een serie over water, of eigenlijk over het bevriezen van de vormen van het water. Ik maakte hier gebruik van een onderwaterbehuizing, maar die raakte aan de buitenzijde, het glas waar de lens doorheen kijkt, heel snel vol met hagelachtige druppels waardoor in de foto bijna niets meer scherp is. Maar juist die imperfectie is ontzettend interessant en spannend. Ik vind dat prachtig. Het is een thema dat ik de komende jaren verder wil uitdiepen.

Door de technische ontwikkeling krijg je soms klinische foto’s, beelden die door en door perfect zijn. Ik zoek juist naar onderwerpen met ja, slecht weer, onjuistheden, regen, nattigheid… Het gaat om controle en het verlies van controle in de natuur. Of eigenlijk controle en chaos, met als thema natuur. En daarmee praat je over de klimaatverandering, waarbij ik inzoom op het water.

De foto is trouwens overdag gemaakt. Dat het ’s avonds of ‘s nachts lijkt, komt door het slechte weer en omdat er heel donkere luchten aankomen. Ja, bijzonder lastige omstandigheden. Dan sta ik echt te vernikkelen, al helemaal daarna, tijdens het omkleden op de parkeerplaats.’

‘Ook dit is Nederland. Langs de rondweg van Eindhoven, ergens een uurtje of acht in het najaar. Daar staan zonnebloemen die aan hun lot worden overgelaten en dan helemaal zwart worden. Dat verval vind ik prettig. Het zijn geen wilde zonnebloemen, ze zijn aangeplant in een stuk boerenland. Waarom ze die bloemen helemaal laten verdorren, weet ik niet. Pas als ze in totale staat van verval zijn, verdwijnen ze opeens. Misschien omdat ze eenmaal helemaal uitgedroogd makkelijk zijn te verwerken? 

Ik heb iets met zonnebloemen. Het zijn karakters en hebben iets melancholisch. Geen bloem zo mooi en met zoveel gezichten. Ze worden ook mooi oud. Voor mij zijn het personen, helemaal als ze op een kluitje met elkaar dood aan het gaan zijn in het late avondlicht. Het monochromatisch-oranje licht op de stelen komt van de snelwegverlichting vlakbij. Dat vind ik ook mooi, dat kleine beetje warmte tussen dat koude grijsblauw. Nee, voor vrolijke beelden moet je niet bij mij zijn. Ik houd van humor in mijn foto’s, maar nog meer van melancholie en duisternis.’

‘In 2014 maakte ik voor Elsevier een reportage over een Nederlander die rondleidingen verzorgde rond stellingen uit de Eerste Wereldoorlog. Toen ontdekte ik deze plek in Noord-Frankrijk, La Main de Massiges geheten. Vier jaar lang hebben hier Duitse en Franse soldaten tegenover elkaar gelegen, zonder dat een kant een doorbraak wist te forceren. De meeste slagvelden zijn na de oorlog omgeploegd en weer in gebruik genomen als landbouwgrond. Maar dit desolaat stuk ligt boven op een heuvel, daar konden ze niets mee als landbouwgrond en werd ongemoeid gelaten. Toen vrijwilligers, onderzoekers daar jaren geleden eens een schep in de grond staken, belandden ze in een bizarre tijdmachine. De hele geschiedenis kwam naar boven: lijken van soldaten, onontplofte bommen, wapens…

Ik ben in de winter van 2018 teruggegaan om deze foto te maken. Afgrijselijk weer, heel koud, veel wind. Nee, geen prettige plek om te zijn. De locatie bestaat nog steeds zoals ik haar hier heb gefotografeerd. Het is nu ook opengesteld. Toen ik er kwam, kon ik niet verder dan waar ik nu sta. Sluiten we in Nederland elk mogelijke risico uit, die Fransen hangen ze er gewoon zo’n lullig lintje voor. Nee, geen haar op mijn hoofd die eraan dacht even die loopgraaf in te lopen. Je weet dat er nog onontplofte munitie ligt.’

‘Dit is tegen middernacht ergens op Ameland. Ik was op zoek naar paarden die daar in natuurgebied rondlopen, maar die kon ik niet vinden. Net toen ik gedesillusioneerd wilde opgeven, zag ik opeens dit. Een heel ander en veel eenvoudiger beeld dan ik die avond in mijn hoofd had. Dat is vaak zo. Je moet eerst een zoektocht ondernemen, om vervolgens op een toeval te stuitten en een andere uitkomst te krijgen dan je verwachtte.

Het doel – het lijkt me een normaal doel, maar dat weet ik niet zeker - stond op een veld vlak bij een camping. Erachter zie je al duinen en daar begint dat oude duingebied, Het Oerd geheten en waarin dus die paarden. 

Ik ben dol op deze foto. Zo simpel, maar o zo spannend. Als een werk is gelukt, kun je er heel lang naar kijken. Deze foto geeft ruimte aan de kijker. Je kunt je erin verliezen en erin ronddwalen. Dat is ook het fascinerende van fotografie. Abstracte fotografie kan saai en vervelend zijn. Maar soms zit je net op de grens en dan wordt het heel spannend.

Ik moest met mijn flitser flink de lucht in, wel een meter of vier, en exact in het midden om de behoorlijk grote oppervlaktes goed uit te lichten en de schaduw symmetrisch te laten zijn. Ik houd van de simpelheid van de beeldtaal, de klare lijn. Simpeler kan het eigenlijk niet worden.

Dit artikel is geschreven door Cees Visser en gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 1.2022

afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie