Vier verlichtingspatronen die je moet kennen voor portretfotografie

Amy Schutte 2833
Er zijn een aantal basisingrediënten waarmee je een goed portret kunt maken. Denk aan de hoeveelheid licht, het aanzicht, het camerastandpunt en het lichtpatroon. Alle elementen dienen onder controle te zijn, een bewuste keuze van de fotograaf. In dit artikel gaan we wat verder in op de vier belangrijkste verlichtingspatronen.

In de portretfotografie bestaan een aantal verlichtingspatronen die veel gebruikt worden. Je kan een vast recept volgen om ze te maken (45º naar links op 2,20 meter hoogte), maar helaas brengt dat niet altijd de resultaten waar je naar op zoek bent. Lichaamslengte, grote neuzen, kleine neuzen, diepliggende ogen, holle of bolle wangen en andere gezichtskenmerken kunnen gemakkelijk roet in het eten gooien. Bovendien kan het effect en de sfeer van het portret sterk verandanderen door in verlichtingspatronen te varieren. Iemand kan er eng van worden, lief of juist statig. Het is dus belangrijk om te begrijpen wat het effect is van verschillende belichting op je model.

Gesplitste verlichting

Gesplitste verlichting splits het gezicht van het model als het ware in tweeën, waarbij de ene kant de ‘lichte’ kant is, en de andere in de schaduw ligt. Het geeft een dramatisch effect, voor iets duistere portretten. Voor muzikanten is dit patroon bijvoorbeeld populair, op albumhoezen. Over het algemeen geeft het een mannelijker sfeer aan de foto en het patroon is dan ook beter toepasbaar op mannelijke modellen. Uiteraard met (zeer sterke) uitzonderingen daargelaten. Om tot gesplitste verlichting te komen, moet je de lamp vrij horizontaal verplaatsen, in een hoek van 90 graden tot het model en totdat één kant van het gezicht geheel in duisternis gehuld is.

Lusverlichting

Lusverlichting is het ook een lichtpatroon waarbij we onze lichtbron naar de zijkant bewegen. Zodoende krijgen de schaduwen op het gezicht een zijwaartse component. Er worden smalle schaduwen gecreëerd van de neus op wangen. Kromme neuzen worden hierdoor wat zichtbaarder. Dit lichtpatroon maakt met haar schaduwwerking het gezicht iets slanker. Lichte delen van een foto trekken altijd eerst de aandacht van de kijker: twee lichte wangen lijken daarom breder dan één lichte wang. Om lusverlichting te creëren, moet de lichtbron iets hoger dan ooghoogte worden geplaatst en in een hoek van 30-45 graden ten opzichte van de camera. Om de lamp in de goede positie te plaatsen, kijken we eerst weer naar de schaduw van de neus. Idealiter loopt deze met de lachlijn mee naar beneden in de richting van de hoek van de mond. Hij raakt de mondhoek echter niet. De neusbrug zal ook een verticale schaduw geven. Belangrijk is dat deze schaduw niet voorbij de binnenste ooghoek komt.

Rembrandt verlichting

Deze is vernoemd naar onze eigen wereld beroemde meester van de schilderkunst, omdat hij veelvuldig gebruik maakte van dit lichtpatroon. In dit patroon zie je een driehoek van licht op de wang van het model. Bij lusverlichting raken de schaduw van de wang en de neus elkaar niet, in Rembrandt verlichting is dit wel het geval. Daardoor ontstaat die lichte driehoek in het midden. Om het effect goed uit te voeren, is het belangrijk dat het oog aan de schaduwkant wat licht heeft en bij voorkeur ook een ‘catchlight’ (lichtpuntje in de ogen, die de ogen extra levendig maakt). Met Rembrandt verlichting creëer je een duister portret, dus kies het als het bij de setting en sfeer past die je in gedachte had voor je foto. De lamp mag boven het model opgesteld worden, terwijl het model iets gedraaid is ten opzicht van de lamp.

Vlinderverlichting


Vlinderverlichting is vernoemd naar de vlindervorm die gecreëerd wordt onder de neus van het model. Dit wordt gedaan door de hoofd lichtbron boven en recht achter de camera te plaatsen, als een soort spotlight. Als fotograaf zit je dus als het ware onder de lichtbron. Het zorgt voor schaduwen onder de jukbeenderen en kin, wat flatteus is, vooral voor vrouwen. Bovendien legt het minder de nadruk op rimpeltjes dan zijverñichting. Al is dit verlichtingspatroon voornamelijk flatterend voor mensen met een slank gezicht en aanwezige jukbeenderen. Voor modellen met een ronde gezichtsvorm is een lus of gesplitste verlichting beter. Let erop dat de schaduw van de neus de lip niet raakt. Let ook op de ogen: ogen zonder lichtpuntjes komen levenloos over. Als de lichtbron te hoog staat dan zullen er geen lichtpuntjes meer te zien zijn.

Als fotograaf kun je  ervoor kiezen om de beschreven patronen recht van voren, vanaf de lichte kant of vanaf de schaduwkant te fotograferen. Fotograferen aan de lichte kant zal het gezicht volume geven terwijl de schaduwkant zal juist afslanken. Bedenk van tevoren welk effect je wil bereiken, doe eventueel inspiratie op aan de hand van voorbeelden. Zo krijg je een mooi portret, met precies de sfeer die je van tevoren in gedachten had.

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy