Gebruik deze vijf principes van ontwerpers in fotografie

Amy Schutte 714
Fotografen zijn visuele kunstenaars. Net als ontwerpers, al is dat in sommige gevallen met praktisch ingericht. Als kunstenaars uiten we ons via beeld, het beeld vertelt een verhaal dat we graag willen vertellen. Net als een schilder dat zou doen. Alleen als fotograaf begin je niet bij nul, er is geen leeg canvas waarin je één voor één met verschillende elementen kunt gaan bouwen. Fotografie is meer het scheppen van orde in de chaos.

Deze orde schep je voornamelijk met een compositie. Jij bepaalt, als fotograaf, welke elementen je opneemt en onderdeel maakt van je verhaal. Daarin gebruiken we principes uit andere kunststromingen, zoals de schilderkunst. Maar ook uit de wereld van design en grafisch ontwerp kunnen we inspiratie halen.

1. Lijnen

Designers en grafisch ontwerpers zijn vaak geneigd strakke, rechte lijnen te gebruiken. Ook voor fotografen zijn lijnen belangrijk, ze kunnen de hoofdmoot van de compositie vormen, waarmee ze het vermogen hebben om een foto prettig te maken om naar te kijken. Maar je hoeft hier niet alleen aan specifieke zichtlijnen te denken, iedere lijn heeft zo zijn eigen uitwerking:

  • Horizontale lijnen geven een gevoel van rust
  • Verticale lijnen representeren vaak kracht en macht (denk aan wolkenkrabbers, watervallen etc)
  • Diagonale lijnen geven een gevoel van beweging
  • Gebogen lijnen leiden het oog van de kijker
  • Zichtlijnen doen dat natuurlijk ook en mogen zeker niet vergeten of onderschat worden

2. Patronen

Patronen zijn een waardevol gereedschap voor het maken van een aantrekkelijke foto. Visuele patronen zijn net als de beat of het refrein van een popliedje, ze zuigen je als het ware naar binnen. De herhaling van het patroon zorgt voor de orde in de chaos waar je als fotograaf naar op zoek was, dus gebruik het! Doordat het oog van de kijker door het patroon heen geleid wordt, van één element naar het volgende, zit er een bepaalde dynamiek in de foto’s. Een patroon kan zitten in een vorm, lijn of kleur, een herhaling van minstens drie vormt een patroon.

3. Kleur

Kleur zorgt voor een gevoel, het bepaalt de sfeer en zorgt daardoor voor een bepaalde emotie die bij je beeld hoort. Kleur bepaalt ook welk gedeelte van de foto de meeste aandacht krijgt. Complementaire kleuren kunnen je foto sterker maken, maar ook kleuren in één toon kunnen de sfeer aanzetten.

4. Symmetrie

Ondanks de compositieregels waar we vaak over horen, werkt symmetrie ook erg goed in foto’s. Symmetrie wordt van oudsher al geassocieerd met schoonheid. In een symmetrische compositie is het onderwerp in het midden van het kader te zien en wordt het oog daar als het ware in een cirkel omheen geleid. Dat geeft een rustig, harmonieus geheel. Maar het is meer dan een kwestie van je onderwerp gecentreerd weergeven! Het verschil zit hem in de afwerking, de exacte symmetrie in de details. Kleine afwijkingen maken een gecentreerde foto saai, perfecte symmetrie juist interessant. Daarom moet je, bij het maken van de compositie, zoeken naar de symmetrische elementen én de elementen die afwijken. Die laatste moet je buiten de compositie laten. Let ook op de achtergrond, pas als de symmetrie tot in de puntjes is uitgevoerd, is het succesvol.

5. Kader in kader

Een natuurlijk frame of extra kader is ook een veelgebruikt middel door ontwerpers. Het eerste kader is de rand van de foto. Dan is het een kwestie van zoeken naar nog een kader rondom je onderwerp. Dat kan natuurlijk zijn, zoals takken of bladeren, of een deuropening of raam. Natuurlijk kan dat niet altijd, maar houd je ogen open en maak gebruik van de mogelijkheid als deze zich aandient.

Met deze principes die door ontwerpers veel worden toegepast, kun je je compositie naar een (nog) hoger niveau tillen. Houd je ogen open en oefen ermee.

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy