De autofocus van je DSLR uitgelegd!

De meeste fotografen zijn sterk afhankelijk van de mogelijkheden van autofocussystemen in DSLR-camera's, maar weten vaak niets af van de werking hiervan. In onderstaande video van maar 4 minuten wordt dit proces haarfijn uitgelegd

Nadat het licht de camera binnenkomt, wordt het via de deels halfdoorlatende spiegel zowel naar de zoeker als naar de AF-module gestuurd. Aparte lenzen en afscheidingen binnen de AF-module zorgen ervoor dat het licht uit één punt, dat gebundeld wordt door verschillende plaatsen in het objectief, op afzonderlijke plaatsen van één grote sensor (pixelgroepen) terecht komt. Twee pixelgroepen vormen samen één focuspunt. De afstand van die twee beelden op de pixelgroepen verschilt wanneer er vóór, achter of op het onderwerp scherpgesteld is. Het autofocussysteem zal vervolgens door (lensgroepen in) het objectief te verplaatsen die twee beelden proberen aan elkaar gelijk te maken.

Met twee pixelgroepen heb je noodgedwongen focuspunten die alleen naar lijnen in één richting kijken: verticaal, horizontaal of diagonaal. Lopen de lijnen in een andere richting, dan wordt het scherpstellen moeilijk of onmogelijk. Cross-type en dual cross-type AF-punten combineren vier of acht pixelgroepen en stellen de camera in staat om op onderwerpen met lijnen (structuren) in alle richtingen scherp te stellen. Dit maakt de autofocus nauwkeuriger.

Het is een heel technisch verhaal, maar de video wordt ondersteund met afbeeldingen en meer tekst.

Lees ook: De autofocus van de camera opnieuw kalibreren