Nikon D5-sensor heeft kleiner dynamisch bereik bij base-iso

Zowel Bill Claff als DPReview komen onafhankelijk van elkaar tot ongeveer dezelfde conclusie. Claff zet in een grafiek de gekozen iso-waarde af tegen de gemeten dynamisch bereik in een scene, terwijl DPReview aan de hand van zijn gebruikelijke testopstelling in gaat op de mogelijkheid om met de Nikon D5-spiegelreflexcamera details uit schaduwen te halen en heeft de site de zogeheten iso-invariantie onderzocht.

Lager

De test bij DPReview laat duidelijk zien dat de D5 bij 'base'-iso beduidend meer ruis laat zien als de testopstelling onderbelicht wordt en de belichting met dezelfde hoeveelheid lichtstops met nabewerking verhoogd wordt. Bij de vergelijkende foto's van de D750 is maar een beperkte verhoging van de ruis zichtbaar. Deze test geeft volgens DPReview een indicatie voor het dynamisch bereik.

Ook bij de iso-invariantietest zien we dat je met de D5 beter gebruik kan maken van de - uitstekend presterende - hogere iso-waarden, dan dat je via belichtingscompensatie op de body bij de laagste iso-waarde onderbelicht en in nabewerking corrigeert. Bij de D750, en ook de D810, kan je een dergelijke techniek gebruiken om de highlights in je beeld te beschermen.

Sensorfabrikant

De verschillen met de D750 en D810 zijn waarschijnlijk een gevolg van de herkomst van de beeldsensor in de D5. De Japanse fabrikant staat erom bekend meestal zelf de sensor van zijn topmodellen te ontwerpen en te produceren, en dat lijkt met deze nieuwe D5-sensor met 20,8 megapixels niet anders. Waarschijnlijk heeft Nikon de karakteristieken van de sensor bewust zo ontworpen. De D5 is namelijk bedoeld als werkpaard voor fotojournalisten, en die zijn vooral gebaat bij de snelle continustand van 12 beelden per seconde en het gebruik van hogere iso-waarden. Uit de eerste testresultaten van Ole J Liodden blijkt dat de prestaties bij hogere iso-waarden van de D5 inderdaad ongeëvenaard zijn.