Dynamiektest Sony A6300

Dynamiektest Sony A6300

Dre de Man 5335 6
Dynamiek is het verschil tussen de lichtste en donkerste delen van het beeld. We zijn benieuwd hoe de Sony A6300 het ervan af brengt in een dynamiektest. Lees hier de resultaten.

We testen daarbij niet wat het verschil is tussen licht en donker dat de camera in jpg kan weergeven. Dat is namelijk alleen afhankelijk van de instellingen van de camera en niet van de prestaties van de sensor. In zo’n geval zou je dus alleen de instellingen testen en aangezien je daarop eindeloos kunt variëren is dat zinloos.

Adobe Camera RAW

De basis van deze test vormt de RAW-verwerking gebruikmakend van Adobe Camera RAW, de basis van zowel Photoshop CC als van Lightroom en Elements. Dat sluit ook goed aan bij de praktijk, want wie de dynamiek ten volle wil benutten zal sowieso met RAW moeten werken. We gaan uit van de belichting bij de nominale gevoeligheid van de camera, gemeten met een losse Lunasix belichtingsmeter. 

Dynamiek ACR

Om de totale dynamiek te berekenen, vergroten we de contrasomvang van het testobject kunstmatig door onder- en over te belichten en tellen de over-, respectievelijk onderbelichting bij de contrastomvang van het testobject op. We kijken naar het punt waar de camera net niet gaat overbelichten, dus ook in RAW geen verdere doortekening meer uit het wit kan halen en nemen dat als uitgangspunt voor de dynamiek in de lichten. De lichtste partij van onze ColorChecker kaart is 2,55 stop lichter dan middengrijs, dus daarmee hebben we meteen het lichtste punt dat de camera kan weergeven. Daarna onderbelichten we steeds verder uitgaande van de nominale belichting, totdat we bij 18% grijs bij een vergroting van 50% op een 23 inch-monitor ruis gaan zien. De donkerste partij van de kaart is dan 2,4 stops donkerder en zo berekenen we het donkerste punt dat weergegeven kan worden. Wie met een (variant op het) zoneysteem werkt, zou de testwaarden goed kunnen gebruiken.

Adobe

Deze niveaus vergelijken we steeds met referentiecamera’s en ook blijven we nieuwe versie van Adobe Camera RAW checken om zeker te zijn dat de resultaten onderling vergelijkbaar zijn. Omdat de zichtbaarheid van de ruis een subjectief element heeft, laten we dit ruisniveau ook zien, zodat u er uw eigen conclusies uit kunt trekken en mogelijk uw eigen dynamiek kunt berekenen. In de berekende waarden zit een foutmarge van maximaal ca. 1/3 stop, die ontstaat door mogelijke afwijkingen tussen de verschillende opnamen van één camera. Het gaat hierbij niet om het verschil tussen de diafrgamawaarde en de T-waarde, maar om afwijkingen tussen verschillende opnamen gemaakt met dezelfde diafragmawaarde en afwijkingen in de sluitertijden. In de praktijk zijn deze meestal te verwaarlozen, tenzij sprake is van een defect. 

Belang

Bij normale huis, tuin en keukenfoto’s is dynamiek niet zo van belang, maar bij landschappen, foto’s van steden, reis- en reportagefotografie kom je soms in situaties waarin je het uiterste uit de lichten en schaduwen wil halen. Ga je ook nog eens vrij ver in het verhogen van de verzadiging en het contrast, dan stuit je behalve bij de camera’s met de allerbeste dynamiek, al snel op grenzen. Vergeet daarbij niet dat je in de toekomst mogelijk je foto’s anders gaat verwerken dan nu: je kunt beter een camera kopen met een grotere dynamiek dan je denkt nodig te hebben, dan met een net toereikende dynamiek.

Sony a6300

De Sony-sensoren staan bekend om hun goede dynamiek en die van de 6300 vormt daarop geen uitzondering.

Dynamiek Sony a 6300 plus 2.3
Bij plus 2,3 stops zit er nog net doortekening in de lichtste partij van de kaart, tellen we daar de dynamiek van de kaart zelf bij op, dan halen we 4,85 stops vanaf middengrijs.

Dynamiek Sony a 6300 min 5

Dynamiek Sony a 6300 min 5 detail

Bij een onderbelichting van -5 zien we net zichtbare ruis en de kleurweergave is nog uitstekend, dat levert dus een dynamiek op van 7,4 stops op vanaf middengrijs in de schaduwen.

Dynamiek Sony a 6300 min 6 detail

Dynamiek Sony a 6300 min 6

Bij -6 (8,4 stops in de schaduwen) wordt zowel ruis als kleurweergave iets slechter.

Dynamiek Sony a 6300 min 7

Dynamiek Sony a 6300 min 7

Bij -7 (9,4 stops) is de grens bereikt van wat nog acceptabel is, zonder extreme vormen van plaatselijke ruisonderdrukking – maar die waarde zal in de praktijk zelden of nooit nodig zijn.

Dynamiek Sony a 6300 min 8 detail

Bij -8 is naar onze smaak de ruis te sterk, maar in extreme situaties kunnen er nog details uit deze schaduwen gehaald worden.

Dynamiek

Lichten: 4,85 stops  ++++
Schaduwen: 7,4 – 9,4 stops ++++
Totaal: 12,25 – 14,25 stops ++++

Conclusie:

Een prima sensor voor landschapsopnamen met een behoorlijke ruimte voor onder- en overbelichting.

 

afbeelding van Dre de Man

Drede Man | Redacteur

Bekijk alle artikelen vanDre

afbeelding van Anoniem

Welke objectief is hiervoor gebruikt?
Naar mijn idee geeft een objectief met plastic lenzen een slechtere score als glazen lenzen. Met de 24-70L Mark I heb ik veel minder last van ruis, als in het begin met de 18-55 kitlens.

Doe hier dus ook even onderzoek naar.

afbeelding van Dre de Man

Het objectief was de Sony E 16-70mm f/4 ZA OS, maar bij juiste belichting zou het objectief geen verschil mogen maken – bij deze test. Dankzij het feit dat er gebruik gemaakt is van een object met een beperkte contrastomvang én het feit dat de rest van de dynamiek als het ware kunstmatig bereikt is én dat een vrij klein diafragma gebruikt wordt (tegen de grens van de diffractie aan) én dat het hier niet gaat om fijne details, wordt de contrastweergave van het objectief vrijwel buiten spel gezet.

Afgezien daarvan is de angst voor  ‘plastic lenzen‘ onnodig. Er zijn wel objectieven waarin een enkel asferisch element deels van kunststof is, maar deze moderne kunststoffen hebben uitstekende optische eigenschappen, die zeker binnen het geheel van het objectief nauwelijks  invloed op de contrastweergave hebben.

Dat goedkopere objectieven het minder goed doen, ligt eerder aan de som van eigenschappen, waarin slechte correctietoestand tegenwoordig wel de belangrijkste rol speelt.

Op zich ontstaat daardoor echter geen ruis, maar indirect weer wel. Bij een objectief met een slechte contrastweergave moet het contrast bij de fotoverwerking namelijk verhoogd worden, en vaak ook de verscherping, en beide factoren vergroten de ruis. Bij onze test is echter de standaard contrastweergave en verscherping toegepast, dus de ruis die ontstaat, is ook om die reden  onafhankelijk van het objectief.

afbeelding van aardig

“We gaan uit van de belichting bij de nominale gevoeligheid van de camera, gemeten met een losse Lunasix belichtingsmeter.”

Bedoel je met “de nominale gevoeligheid van de camera” de laagste analoge iso-waarde van de sensor?
En heb je het dan over de door de fabrikant opgegeven waarde, of een werkelijk gemeten waarde?
Als je sensoren met elkaar wilt vergelijken, is een duidelijke en objectieve standaard wel prettig.

“totdat we bij 18% grijs bij een vergroting van 50% op een 23 inch-monitor ruis gaan zien”

Ongeacht de sensorgrootte en het aantal megapixels?
Dan “meet” je alleen het dynamisch bereik op pixelniveau.
Lijkt me dat je dient te normaliseren om echt iets zinnigs te kunnen zeggen over het dynamisch bereik van een foto want daar gaat het uiteindelijk om toch.

“Bij normale huis, tuin en keukenfoto’s is dynamiek niet zo van belang”

Maak een foto van de keuken in je huis op een zonnige dag waarbij je op de achtergrond door het keukenraam de tuin kunt zien. De kans is erg groot dat of je keuken onderbelicht is, of je tuin overbelicht of beiden.
Maar ook in figuurlijke zin komt de gemiddelde huis, tuin, keuken, vakantie, etc. fotograaf regelmatig omstandigheden tegen waarbij het dynamisch bereik van zijn camera niet voldoende is. Fotografeer iets of iemand met een beetje tegenlicht en het totale dynamische bereik van de scene is vaak meer dan de camera aankan.

“je kunt beter een camera kopen met een grotere dynamiek dan je denkt nodig te hebben, dan met een net toereikende dynamiek”

Welk dynamisch bereik is toereikend?
En bij welke iso-waarde, want het dynamisch bereik neemt af als de iso omhoog gaat. Een groot dynamisch bereik bij de laagste iso is prettig als je onderwerpen niet bewegen en je (relatief) lange sluitertijden kunt gebruiken, maar als je onderwerpen bewegen…
Kijk bijvoorbeeld naar de Nikon D5, het dynamische bereik op lage iso waarden is beperkt, maar op hoge(re) iso waarden is het dynamisch bereik beter dan alle andere camera’s.

“Bij -8 is naar onze smaak de ruis te sterk, maar in extreme situaties kunnen er nog details uit deze schaduwen gehaald worden.”

Ik geloof niet dat ik helemaal begrijp wat je met -8 bedoelt.
Heb je 8 stops onderbelicht en vervolgens de file 8 stops gepushed? De slider in ACR heeft toch maar 5 stops bij een 16 bit file? Alleen bij 32 bit files (hdr) heb je + of – 10 stops ruimte op je slider volgens mij.

afbeelding van Dre de Man

Allereerst: er komt nog een apart artikel waarin nader op dynamiek in het algemeen en de test in het bijzonder ingegaan zal worden. Voor nu zal ik volstaan met het kort ingaan op de opmerkingen:

Allereerst: Je hebt de test grondig gelezen en er goed over nagedacht, dus ik heb het allemaal niet voor niets gedaan :)

Dan: Met “de nominale gevoeligheid van de camera” bedoel ik de door de fabrikant opgegeven waarde, die overigens aan ISO-specificaties moet voldoen. Dat is algemeen gangbaar taalgebruik en een duidelijke en objectieve standaard. Het staat iedereen echter vrij op basis van de hier gegeven dynamiekwaarden, zijn of haar eigen ISO-waarde te berekenen. De tegenwoordige sensoren zijn zo goed, dat je een 100-ISO-camera net zo goed als een 200 of 50-ISO-camera zou kunnen beschouwen. Het enige wat er dan verandert, is de dynamiek: je levert dan aan de ene kant (lichten) wat dynamiek in en krijgt er aan de andere kant (schaduwen) wat voor terug, of omgekeerd.

<<<“totdat we bij 18% grijs bij een vergroting van 50% op een 23 inch-monitor ruis gaan zien”
Ongeacht de sensorgrootte en het aantal megapixels?
Dan “meet” je alleen het dynamisch bereik op pixelniveau.
Lijkt me dat je dient te normaliseren om echt iets zinnigs te kunnen zeggen over het dynamisch bereik van een foto want daar gaat het uiteindelijk om toch.>>>

In het nog te publiceren artikel ga ik dat nader uitleggen. Nee, uiteraard worden de beelden zo nodig tot vergelijkbare grootte vergroot of verkleind. Bij de tot nu toe gepubliceerde tests was dat niet nodig, omdat het twee 24 megapixel-camera’s betrof. Het beeldformaat doet er overigens niet toe, omdat de afbeeldingsmaatstaf steeds gelijk blijft. Verder gaat het niet om het dynamisch bereik van de foto, maar van de sensor/camera.

<<<<“Bij normale huis, tuin- en keukenfoto’s is dynamiek niet zo van belang” Maak een foto van de keuken in je huis op een zonnige dag […] Fotografeer iets of iemand met een beetje tegenlicht en het totale dynamische bereik van de scene is vaak meer dan de camera aankan.>>>

Je geeft zelf al aan dat je begrijpt dat dit niet letterlijk bedoeld is. Uiteraard kom je ook bij vakantiekiekjes situaties tegen, waarin het dynamisch bereik van de camera een belangrijke rol speelt, maar door het soort foto’s is het niet belangrijk. Kijk maar naar de belichtingsinstelling van eenvoudige compactcamera’s: daar heeft de doortekening van de lichtste partijen geen prioriteit. Ik zou overigens niet zeggen dat het totale dynamische bereik van de scène vaak meer is dan de camera aankan. Die situatie treedt bijna alleen op wanneer de zon direct in beeld komt. Adobe Camera Raw is heel goed in staat enorme contrasten te verwerken en de tot nu toe in dit verband geteste camera’s ook.

<<<“je kunt beter een camera kopen met een grotere dynamiek dan je denkt nodig te hebben, dan met een net toereikende dynamiek”
Welk dynamisch bereik is toereikend? >>>

Uiteraard naar het oordeel van de koper, zoals het in de eerste deel van de zin al staat: ‘dan je denkt nodig te hebben’.

>>>En bij welke iso-waarde, want het dynamisch bereik neemt af als de iso omhoog gaat. Een groot dynamisch bereik bij de laagste iso is prettig als je onderwerpen niet bewegen en je (relatief) lange sluitertijden kunt gebruiken, maar als je onderwerpen bewegen…
Kijk bijvoorbeeld naar de Nikon D5, het dynamische bereik op lage iso waarden is beperkt, maar op hoge(re) iso waarden is het dynamisch bereik beter dan alle andere camera’s.<<<<

Goed punt. In mijn test van de D5 heb ik daar ook al de nadruk op gelegd. Nu kijken we echter naar het maximale dynamische bereik, dus bij de nominale ISO-waarde. In situatie waarin je extreme contrasten zo goed mogelijk wil weergegeven (bijvoorbeeld landschappen) zul je vrijwel altijd de nominale ISO-waarde gebruiken. De dynamiek bij hogere ISO-waarden kun je niet los zien van de ruis bij hogere ISO-waarden, dus dat vergt aparte tests, die beter in een aparte cameratest passen. Of in de toekomst de dynamiek en de ruis bij hogere ISO-waarden online gepubliceerd worden, weet ik niet, het is in ieder geval niet aan mij om dat te beslissen.

<<<< “Bij -8 is naar onze smaak de ruis te sterk, maar in extreme situaties kunnen er nog details uit deze schaduwen gehaald worden.”
Ik geloof niet dat ik helemaal begrijp wat je met -8 bedoelt.
Heb je 8 stops onderbelicht en vervolgens de file 8 stops gepushed? De slider in ACR heeft toch maar 5 stops bij een 16 bit file? Alleen bij 32 bit files (hdr) heb je + of – 10 stops ruimte op je slider volgens mij.>>>

Adobe Camera Raw heeft niet alleen schuifknoppen. De moeder van alle belichtings- en contrastinstellingen is de curve, en daarmee zijn de correctiemogelijkheden vrijwel onbeperkt. Daarbij gebruik ik de bekende waarden van de kaart om het gamma constant te houden. Bij een normale foto met een groot dynamisch bereik zou je overigens niet of slechts ten dele de belichtingscorrectie aanpassen, want de belichting zou dan al vrijwel correct zijn. Je zou dan de instellingen voor zwarte tinten en schaduwen gebruiken – en voor de fijninstelling en extreme correcties de curve.

afbeelding van aardig

Dank voor je uitgebreide antwoord.
Ik kijk uit naar het artikel over de test.

>>Met “de nominale gevoeligheid van de camera” bedoel ik de door de fabrikant opgegeven waarde, die overigens aan ISO-specificaties moet voldoen.<<

Laat ik dan zeggen dat fabrikanten zich ruime marges permitteren ten opzichte van de norm (ISO 12232)
Vergelijk bijvoorbeeld een Fuji X-T1 met een andere APS-C camera waarbij je een foto maakt met dezelfde instellingen en je zult zien dat de belichting niet gelijk is. Het verschil zit ergens tussen een halve en een hele stop.

>>Verder gaat het niet om het dynamisch bereik van de foto, maar van de sensor/camera.<<

Ok, maar kun je dan 14,25 stops dynamisch bereik halen uit een 14 bit raw file?
Dat is mogelijk als je een foto gaat normaliseren naar een formaat met minder megapixels dan de sensor heeft, maar als je puur naar de sensor kijkt (het digitale signaal dat je in ACR gebruikt) dan wordt volgens mij het theoretische maximum bepaald door de bit-diepte.

Los daarvan doet het formaat van de sensor ertoe voor het resultaat dat de fotograaf krijgt (de foto). De 100 mp sensor uit een Hasselblad H6D-100c meet 53,4 bij 40mm en heeft dus een oppervlakte van 2136mm^2.
Een m4/3 sensor meet 17,3 bij 13mm en dat geeft 225mm^2.
Bij iso 100 vangt de eerste sensor dus 9,5 maal zoveel licht en dat heeft invloed op de totale signaal/ruis verhouding, dus ook op het dynamisch bereik, vandaar dus mijn opmerking over normalisatie.

Maar goed, zoals gezegd, laat ik eerst het artikel afwachten.

afbeelding van Dre de Man

@ ISO: zie mijn opmerkingen hierboven, die zijn m.i. duidelijk. De nominale ISO-gevoeligheid wordt alleen als uitgangspunt genomen. Verder wordt er gevarieerd op dat uitgangspunt, dus in feite een hele reeks van gevoeligheden ingesteld – zonder de ISO-instelling op de camera te veranderen. Iedere mogelijke afwijking van die gevoeligheid wordt dus volkomen gecompenseerd. De ISO-gevoeligheid heeft geen enkele invloed op de totale dynamiek. Mochten we de indruk krijgen dat de door de fabrikant opgegeven ISO-gevoeligheid niet klopt, dan zullen we dat vermelden. Tot nu toe was dat niet nodig. Overigens is het wel heel belangrijk verschil te maken tussen de ISO-gevoeligheid van de sensor en die van de belichtingsmeter. Dat zijn uiteraard twee heel verschillende zaken. Wij hebben het hier over de sensor. 


@ 14 bit / 14 EV dynamiek: die discussie is al bijna tien jaar geleden beslecht, aan het begin van de 14 bit RAW files van o.a. Nikon. Het signaal dat de camera ontvangt is analoog en dat wordt eerst analoog verwerkt (deels versterkt) en daarna pas in 14 bit omgezet. Dat geeft dus wel degelijk ruimte om een contrastomvang van meer dan 14 EV’s in 14 bit onder te brengen, alleen niet met een rechte gamma-‘curve’, maar dat is ook zeker geen vereiste, sterker nog: we waren juist altijd heel blij met de  ‘afrollende’ curves van films. Uiteindelijk worden die 14 bits weer omgezet in 16 bit en daar kijken we hier naar.